Week #11: Padova – Rattendorf (325KM)

18 augustus – 24 augustus, 325 kilometer, 2387 hoogtemeters

Onderweg krijgen we vaak de vraag of we voor onze reis getraind hebben.

Voordat we op fiets stapten liepen we vooral vaak hard, op redelijk hoog tempo. We zijn dus allebei in goede conditie, maar we zijn niet per se getraind voor het fietsen in de heuvels en de bergen. Dat zouden we onderweg wel trainen, was en is de gedachte.

Soms hebben we daardoor spierpijn, soms voelen de benen zwaar en soms voelen we ons helemaal slap. Daarom nemen we rustdagen. Fysiek is deze reis dus best een uitdaging, maar niet de grootste.

De grootste uitdaging is het mentale deel. Als we denken de top bereikt te hebben en dat niet zo blijkt te zijn. Of als we moe zijn, maar er geen slaapplaats in de buurt is. Of als we net lekker aan het fietsen zijn en een band lek gaat. Of als er slecht weer op komst is en terugkeren (of eerder stoppen) de enige optie is, dan voelt dat soms als falen. De enige echte uitdaging is mentaal (en nee, daarvoor konden we niet trainen).

Dag 71: Padova – Visnadelle

63 kilometer, 291 hoogtemeters

We vertrekken vroeg want Giuseppe gaat de bergen in. Maar eerst krijgen we een goed ontbijt en een straffe kop Italiaanse koffie. Om half 9 zitten we op de fiets. Wat is het toch heerlijk om door een slapende stad te fietsen.

Als we de stad uit zijn volgen we de St. Antonio pelgrimsroute. De weg leidt ons bijna twintig kilometer bovendijks langs een kanaal. Omdat het zondag is zijn hele families en vriendengroepen op de been. Het wordt nog drukker als we afslaan richting Treviso. Een dertig kilometer lange spoorlijn is omgebouwd tot fietspad. Via deze kaarsrechte weg fiets je zo Treviso binnen. En zo geschiedde.

Aan de rand van de stad vinden we een gesloten café, waarvan al het meubilair nog in de tuin staat. We maken er een gezellige lunchplek van. Na anderhalf uur stappen we op en beginnen we aan de laatste tien kilometer. We fietsen langs de stad, door industrie en armoedig uitziende buurten. Dan opeens zijn we op het platteland en daar vinden we een boerencamping.

Nadat we eerst een uurtje op de schommelbank hebben gezeten, vinden we de moed om onze tent op te zetten. Precies op dat moment springen de sproeiers van de kiwi-bomen (cool hè?!) aan. Dat verplicht ons om ons tóch nog even te laten wiegen door de schommelbank. Als de bomen genoeg bewaterd zijn zoeken wij een enigszins droge plek op het veld. Dit is onze eerste keer kamperen tussen kiwi’s!

Als de tent staat hebben we trek. Google vertelt ons dat de supermarkt in het dichtstbijzijnde dorpje nog open is. Dat blijkt bij aankomst niet waar te zijn. We vragen een inwoner om advies en die stuurt ons naar Panorama, een enorm winkelcentrum. Om daar te komen volgen we een drukke weg, waarnaast het niet erg prettig lopen is. We vinden een manier om een deel van de route af te snijden en doen dan heel veel boodschappen (want zo mogelijk hebben we nog meer trek, vooral Irene).

Met tassen vol lopen we terug. De navigatie stuurt ons eerst nog allemaal niet bestaande wegen op en dat is niet bevorderlijk voor ons humeur (we willen er gewoon zijn!). Uiteindelijk vinden we de camping terug en daar nemen we plaats aan een picknicktafel mét kussens. Kan niet beter. We maken ravioli met pesto en parmezaanse kaas en het smaakt geweldig. Alles is weer goed.

Dag 72: Rustdag in Visnadelle

Vandaag slapen we uit, want we blijven op de camping. Het is warm, maar prachtig weer om niks te doen.

In de late ochtend lopen we even naar het dorpje (de supermarkt is nu wel open). De rest van de dag brengen we vooral liggend door, soms zittend en zelden staand. We lezen, schrijven en luisteren muziek. Onze spieren ontspannen helemaal van de welverdiende rust, na zeven dagen achtereen doortrappen.

Dag 73: Visnadelle – Colloredo di Monte Abano

108 kilometer, 452 hoogtemeters

Vandaag gaan we het laatste deel van de Po-vlakte tegemoet. Met sterke benen en een fris hoofd crossen we over de plattelandswegen. We naderen de bergen, die alsmaar groter, puntiger en indrukwekkender worden.

Het geeft ons een lekker gevoel dat we de komende dagen weer omringd zullen zijn met spannende hoogten en ruige rotsen. Dat we weer prachtige vergezichten te zien zullen krijgen, weer een beetje zullen afzien tijdens het klimmen om vervolgens trots af te dalen. We staan echt te trappelen, het kriebelt. Maar eerst moeten we nog een slaapplaats voor vanavond vinden.

Onze beoogde slaapplaats, een agriturismo-hotel, is helaas volgeboekt (en dit keer mogen we niet in de tuin kamperen). Dat is een tegenvaller, want we hebben al bijna 100 kilometer gefietst en we zijn moe. Dicht in de buurt is alles óf dicht, óf duur. Pas na tien kilometer vinden we een betaalbare bed & breakfast. De eigenaresse is wel vriendelijk, maar we merken dat ze niet echt geïnteresseerd is. Ze heeft het huis van haar moeder geërfd en verhuurt de kamers; zelf woont ze in het huis ernaast. Het ontbijt moeten we zelf klaarmaken (het bed gelukkig niet). Het verschil met andere slaapplaatsen die we hebben gehad, waar we zo warm en hartelijk werden ontvangen, is groot. Deze vrouw doet het puur voor de inkomsten, wat prima voor haar is, maar wat het voor ons veel minder waardevol maakt.

Deze kritische noot terzijde, want het bed is heerlijk en vanaf het balkon kijken we uit over de bergen. We maken pasta voor vier personen en eten alles op. Daarna gaan we op bed liggen om onze benen rust te geven. Het is alleen bloedheet en we kunnen geen ventilator vinden. Uiteindelijk besluiten we om 10 uur ‘s avonds de eigenaresse te bellen en een ventilator te vragen. Ze snapt er niets van en uit de mengelmoes van Engels, Italiaans en Frans worden wij ook niet veel wijzer. Tot ze, een beetje verontwaardigd, “airco, airco, airco” door de telefoon tettert. Blijkt er dus een airco verstopt te zitten achter een grote kast (hebben we de hele avond voor niks liggen zweten). De airco gaat per direct op 16 graden en wij vallen in een diepe slaap.

Dag 74: Colloredo di Monte Abano – Pontebba

73 kilometer, 961 hoogtemeters

Deze ochtend maken we een lekker uitgebreid ontbijt voor onszelf. Als madame even komt kijken en ziet dat we de percolator hebben gebruikt, wil ze eerst boos worden. Wanneer ze ziet dat we weten hoe die werkt is alles weer in orde (ze dacht dat alleen Italianen dat wisten). Ze int haar geld en wij vertrekken.

Laura heeft al een paar dagen last van haar keel, maar vandaag is er ook nog een verkoudheid bijgekomen. We doen het daarom rustig aan. In de vestingstad Venzone genieten we nog van een Italiaanse koffie met pasticcino. Vanaf daar volgen we de Alpe-Adria route die ons door de bergen richting Oostenrijk zal brengen. Een kleine detour naar vrienden van Irene’s ouders.

Na Venzone worden we een bos ingestuurd. Eerst is het pad nog wel te doen, maar al snel veranderd het in een heel smal donker paadje dat eindigt in een de bedding van een beekje. Rechtsomkeert dus. We vinden de bordjes van de Alpe-Adria route terug en rijden over een enorme brug de eerste bergen op. We worden meteen van het ene tunneltje het andere ingestuurd. De tunnels zijn donker en de paden zijn hobbelig (al helemaal als je de putten niet ziet aankomen).

Laura voelt zich steeds slapper worden. We stoppen even om wat te eten en fietsen dan door naar het eerstvolgende dorp. Op het terras van een gesloten restaurant nemen we de tijd om te rusten en te lunchen. Omdat Laura zich echt niet lekker voelt, gaan we op zoek naar een hotel of B&B in de buurt. Maar na een uurtje knapt ze gelukkig op; de lunch heeft haar goed gedaan (we lunchten dan ook wel erg laat).

Als we weer op de fiets willen stappen, is de lucht zwart geworden en begint het te onweren. We vinden het een onprettig idee om met dit weer door verlaten berggebied te fietsen, dus we besluiten dat we van dorp naar dorp fietsen en telkens kijken of we nog verder kunnen. Voor vanavond hebben we, na de ervaring van gisteren, een kamertje in een boerderij vlakbij Pontebba geboekt. Met deze dreigende luchten moeten we echter nog zien of we dat halen.

We springen op de fiets en dankzij de goede fietspaden en vele (en lange) tunnels houden we het goed vol. Het enige is dat wij de enige zijn die omhoog fietsen, de rest racet naar beneden. Daardoor zijn we even bang dat het daarboven alleen maar slechter en slechter wordt. Tot we twee andere fietsers tegenkomen die ook naar boven trappen. We voelen ons met hun verenigd in ons lot het slechte weer dapper tegemoet te treden.

Gelukkig staan er langs de route, die overigens een oude spoorlijn is, een hoop verlaten stationsgebouwen. Negen kilometer voor Pontebba barst het dan echt los. En niet zo’n beetje ook. Vlak voor ons slaat de bliksem in en de regen stroomt het fietspad af. We wachten het ergste af en zetten de tocht dan weer voort.

Aan het eind van de middag komen we in Pontebba aan. Nat, koud en moe. We zijn blij dat we al een slaapplek hebben. De boerderij ligt net buiten het stadje en alsof we beloond worden voor ons doorzettingsvermogen breekt de zon door. Dat zorgt voor een adembenemende lichtval, het is echt alsof we een sprookje binnen fietsen.

In de houten boerderij hebben we een knusse kamer. We hadden de hoop in het bijbehorende restaurant te kunnen dineren, maar het blijkt helemaal volgeboekt. We zijn daarom aangewezen op ons eigen eten. Op het balkon maken we risotto (dit is pas glamping). En op bed eten we ons heerlijke maal: risotto met walnoten en chips, en muesli toe.

Dag 75: Pontebba – Rattendorf

81 kilometer, 683 hoogtemeters

Aangezien ons diner niet heel vullend was nemen we het ervan tijdens het ontbijt. We krijgen roerei, zelfgemaakte kazen, jam en brood, yoghurt met muesli en heerlijke koffie en appelsap. Goed gevuld maken we ons klaar voor vertrek.

Vandaag fietsen we naar Oostenrijk, naar Rattendorf om precies te zijn. Daar hebben Lutske en Peter, vrienden van Irene’s ouders, sinds een jaar een ferienwohnung. We kunnen niet wachten om te zien hoe ze daar leven!

Vanaf Pontebba vervolgen we de Alpe-Adria route. We stijgen en stijgen en het wordt steeds kouder. Tijd voor een lang shirt. We rijden naar het dorpje Valbruna in de hoop de “Queens of the Julian Alps” te kunnen zien. Dat lukt niet vanwege de laaghangende bewolking, maar zelfs dan is het prachtig om te zien.

Door naar Tarvisio. Daar drinken we een kop koffie en halen we lunch. Vanaf Tarvisio is het vrijwel alleen nog maar dalen. Zal je net zien dat precies nu Laura’s rem kapot gaat. Haar remblokjes zijn helemaal versleten en er is geen fietsenmaker open. Extra voorzichtig beginnen we dus aan de afdaling.

Vlak voor de grensovergang vinden we de perfecte lunchplek: een bankje in het groen met uitzicht op de bergen. De bewolking begint weg te trekken en we kijken onze ogen uit. De bergtoppen krijgen vorm en kleur. Het is geweldig om te zien, we zouden er de hele dag naar kunnen kijken.

Maar we gaan door. Dan opeens, zonder enige aankondiging, zijn we al in Oostenrijk. Het landschap, de huizen en het verkeer veranderen zienderogen. Wat een rust, wat een weidsheid, wat een groen, wat een bloemen en wat een bergen. Dit is Oostenrijk op z’n best. Genietend van alles om ons heen komen we aan bij het punt waar Lutske ons ophaalt. Samen fietsen we naar hun huis, ferienwohnung Inrefrid. Een prachtig huis met een nog prachtiger uitzicht. Daarop proosten we met een Aperol-Spritz.

Dag 76 – 77: Rattendorf

Na meer dan 4500 kilometer fietsen hebben we nu een paar welverdiende rustdagen in huize Inrefrid. We fietsen naar de fietsenmaker in Hermagor om onze remblokjes te vervangen (was heel erg nodig). In de tussentijd verkennen we Hermagor – klein maar fijn.

De volgende dag staan vroeg op om met Lutske naar 1919 meter hoogte te gaan en vanaf daar 13 kilometer naar beneden te wandelen. Onderweg spotten we marmotten, eten we Kaiserschmarrn (zo lekker!!!) en drinkt Irene haar eerste warme chocomelk met slagroom. ‘s Avonds gaan we met z’n vieren uiteten bij een visrestaurant. We eten forel uit de naastgelegen kweekvijvers.

Dat was week 11!

We hebben er inmiddels meer dan 4500 kilometer opzitten. We hebben Italië (voorlopig) achter ons gelaten en gaan straks naar Slovenië. Maar nu eerst gaan we de Oostenrijkse bergen verkennen (wel vooral te voet).

PS: Dank voor jullie traktaties, die blijven leuk en lekker ❤️

0 thoughts on “Week #11: Padova – Rattendorf (325KM)”

  1. Zoals jullie weten volgen we jullie al vanaf dag 1, leuk om alle avonturen te mee te beleven. Bijzonder ook dat jullie ons hier kwamen opzoeken en dat we een aantal gezamelijke tochten hebben gedaan.
    Herkenning van de fietstocht vanaf Treviso naar Rattendorf daar we deze zelf ook gefietst hebben.
    Het was gezellig meiden en we kijken weer uit naar het volgende blog met nieuwe avonturen.
    Nog heel plezier.

    Reply

Leave a Comment

one × 1 =