Week #25: El Chorro – Los Caños de Meca (320KM)

24 – 30 november, 320 kilometer, 3910 hoogtemeters

Voordat we in Spanje arriveerden, hoorden we van alle kanten dat de gastvrijheid in Spanje nóg groter is dan in Zuid-Italië (en dat belooft wat). Eenmaal in Spanje kijken we hier enorm naar uit, want het is simpelweg het leukst om via de lokale bevolking het land nog beter te leren kennen.

Op de website van Warmshowers zien we al dat er weinig hosts in Spanje zijn, dus we zetten in op de mensen die we tegenkomen. Dit blijken vooral overwinteraars uit Noord-Europa, ook erg gezellig natuurlijk! Maarrr wél jammer dat die Spanjaarden zo moeilijk te bereiken zijn. We doen ons uiterste best contact te maken en we denken even dat het aan onze matige kennis van de Spaanse taal ligt (al heeft dit geen enkele Italiaan ooit tegengehouden).

Uiteindelijk onthullen de Spaanse Warmshowers-hosts die we ontmoeten het raadsel: Spanjaarden nodigen niet graag vreemden uit bij hen thuis. Zo simpel is het. Behalve Spanjaarden die zelf veel hebben gereisd, die openen hun deur graag voor je. En dan geniet je van die enorme gastvrijheid ook meteen met volle teugen.

Dag 169: El Chorro – Ronda

64 kilometer, 1105 hoogtemeters

Terwijl Irene de tent inpakt, maakt Laura gebruik van de algemene keuken voor het ontbijt: koffie en havermout. Precies tegelijk zijn we klaar en er is precies voor ons nog een plek in de ochtendzon. We praten met een heel aardig Duits meisje dat al drie maanden aan het klimmen is in deze omgeving en de lieve huiskat komt gezellig op Irene’s schoot zitten (die beesten vinden ook altijd degene die allergisch is).

Op weg naar Ronda fietsen we weer langs die indrukwekkende rotsen en we raken simpelweg niet uitgekeken. Overal verschijnen meer en grotere rotsen en kliffen, wat een oogverblindende schoonheid. Na de rotsen volgt een uitgestrekt natuurgebied dat nog verrassend groen is. We passeren een helblauw meer dat fel afsteekt bij al het groen. Ook hier móeten we even stil staan om ervan te genieten. Niet veel later ook onvrijwillig, omdat Laura een lekke band heeft (dat is héél lang geleden). De band is zo vervangen, maar het kost een hoop moeite, gescheld en vier pijnlijke handen voor de buitenband er weer op zit.

We vervolgen onze weg en die leidt ons jammer genoeg het natuurpark uit en een drukke weg op. Die drukke weg leidt ons wel recht naar Ronda en de omgeving is prachtig.

De stad Ronda ligt op een berg, waardoor het een strategisch punt was voor allerlei heersers. Vanaf de berg konden ze de omgeving en mogelijke aanvallers rondom goed in de gaten houden. De naam Ronda komt dan ook van de Romeinse naam Arunda, dat “rondom” betekent. Leuk hè? Vinden wij wel.

Naar Ronda is het niet flink klimmen, maar wel behoorlijk lang. Bijna twintig kilometer fietsen we bergopwaarts en met tegenwind is dat geen pretje.

De lekke band en de tegenwind hebben ons behoorlijk vertraagd en we zijn even bang dat we de stad niet bereiken voor het donker. Daarom boeken we tijdens onze lunchpauze in een (niet zo winddicht) bushokje alvast een hotelkamer.

En dat is maar goed ook, want de beoogde campings zijn allemaal dicht. De stad halen we overigens makkelijk voor het donker. De eerste indruk van de stad is medium en we zijn erg moe na de rit van vandaag, dus we besluiten een bad te nemen en uit te rusten. We komen alleen nog het hotel uit voor flessen drinkwater. Althans dat denken we, want als we eenmaal buiten zijn lopen we tóch ook nog even naar de oude stad. En wow! Zelfs in het donker is die enorm indrukwekkend. We staan bijna te gillen van verbazing en enthousiasme. Morgen gaan we vroeg uit bed om de stad te bekijken.

Terug in het hotel crasht Irene’s telefoon opeens. Met geen enkele mogelijkheid raakt ie nog aan de praat. Op hoop van zegen leggen we ‘m aan de oplader, zodat ie het morgenochtend misschien weer doet.

Dag 170: On a hike / Ronda

15 kilometer, 439 hoogtemeters

‘s Ochtends werkt Irene’s telefoon helaas nog steeds niet (argh!!!). Irene is zó bang dat alle foto’s van deze hele reis weg zijn, dat er niets anders op zit dan ‘m vandaag te laten maken (en dat is meteen een goed excuus om een hele dag in Ronda te blijven in plaats van maar een paar uurtjes).

We lopen door het centrum op zoek naar ontbijt. Onderweg komen we racefietser én boer Jan uit Zeeland tegen. Hij is zo vrolijk dat de stress om de kapotte telefoon als regen voor de zon verdwijnt. We blijven een tijdje met hem praten en wisselen fietsavonturen uit, totdat onze magen beginnen te knorren. Tijd voor ontbijt!

Na het Spaanse ontbijt lopen we terug naar het hotel om een nacht bij te boeken. We leggen de receptioniste, die Patricia heet ontdekken we later, ons probleem voor en ze is meteen super behulpzaam. We mogen zelfs de computer van het hotel gebruiken om te proberen de telefoon aan de praat te krijgen. Het feest is helemaal compleet als Irene erachter komt dat Patricia óók Leeuw van sterrenbeeld is én dat ze bizar veel van astrologie weet. De computer helpt helaas niets, maar Patricia’s tips voor een reparatiewinkel wel (het stond vast in de sterren geschreven).

We laten de telefoon achter in handen van slecht Engels sprekende Spanjaarden die in eerste instantie de home-button willen repareren (we snappen nog steeds niet hoe ze dat hebben gedestilleerd uit ons verhaal) en beginnen dan aan een wandeling.

Zoals eerder al verteld ligt Ronda op een berg. Om de oude stad stroomt een rivier die een honderd meter hoge vallei heeft uitgesleten. De nieuwe en de oude stad staan met elkaar in verbinding door een gigantische brug (waarvan vroeger gevangenen werden gegooid, echt gezellig). De brug is geweldig om te zien, zo indrukwekkend. De wandeling ernaar toe is spannend en glad door de nachtelijke regenval. Op een gegeven moment lopen we zelfs vlak langs een afgrond (zonder reling) waarvan zelfs Laura klamme handen krijgt. We blijven een tijdje kijken hoe de andere wandelaars dit spannende stuk aanpakken. Sensatie!

Dan hebben we het nog niet over de omgeving gehad, die is namelijk sensationeel mooi. Alles om ons heen is geheel gehuld in herfstkleuren. Het is gewoon magisch, alsof we een sprookje binnen lopen of een Windows-screensaver.

Het is zo mooi dat we zelfs genieten van de lichte regen die de rest van de middag valt (meer herfstgevoel!!).

Na de wandeling lopen we naar de reparatiewinkel waar we het verdrietige nieuws krijgen over de niet te repareren telefoon. Alleen een harde reset kan helpen, maar dan is alles kwijt. Gelukkig bestaat er de iCloud en daar blijkt alles gelukkig nog in te staan, op de foto’s van een paar dagen geleden na. Jammer maar vooral: Yes!!!

De rest van de avond genieten we weer van het mobiel bereikbare leven (en van het bad en van een simpele maaltijd).

Dag 171: Ronda – Torreguardiaro

86 kilometer, 963 hoogtemeters

Gisteravond hebben we onze spullen al ingepakt, waardoor we nu alleen een ontbijt ergens nuttigen en dan meteen kunnen vertrekken. Maar natuurlijk niet voordat we Patricia gedag hebben gezegd. We wisselen nummers uit en ze belooft onze horoscopen eens flink onder de loep te nemen. De dag kan nu al niet meer stuk.

Zodra we Ronda uit zijn begint de pret al. We belanden meteen in een waanzinnig mooie groene omgeving en de eerste klim dient zich al aan. Als we tot hoge hoogten zijn gestegen en aan de andere kant van de berg beginnen aan de afdaling vallen onze monden open van verbazing.

De bergen in de verte zijn knalrood. Het is bizar om te zien! Een synergie van de rode aarde en de roodgekleurde bladeren aan de bomen. Nu al één van de mooiste plekken die we deze reis gezien hebben. En hoe dichter we de rode bergen naderen hoe mooier ze worden. We stoppen zowat elke kilometer om deze schoonheid op ons in te laten werken. Sterker nog, we overwegen een slaapplaats te zoeken met uitzicht op dit idyllische tafereel. Die vinden we niet en dat is ook maar goed want dikke donkere regenwolken naderen in rap tempo.

We fietsen door, worden geraakt door een verdwaalde regendruppel en genieten de rest van de dag van zonneschijn. Hoe dichter bij de kust we komen, hoe feller de zon gaat schijnen. Aan de kust stoppen we in Torreguardiaro, waar we worden ontvangen door onze Warmshowers-host, Mandy. Ze is Brits van oorsprong en dat is duidelijk aan haar gevoel voor humor af te leiden. Ze vindt zichzelf dan wel “old and fat”, maar ze maakt wel mooi solo fietsreizen door Marokko en Cuba – en nee, niet eens op een e-bike (doe dat haar maar eens na op je zestigste!).

We draaien een was en terwijl die hangt te drogen, maken we samen met haar echte fietspasta (pasta in de vorm van fietsen). We slobberen de goedkoopste (en volgens Mandy de allerbeste) wijn van de Mercadona en na het eten helpt Mandy ons met het uitvogelen van de route voor de komende dagen.

Dag 172: Torreguardiaro – El Cuartón

63 kilometer, 859 hoogtemeters

‘s Ochtends vertrekt Mandy al vroeg naar haar sportles (onder het motto: aan ”being old” kan ze niets veranderen, aan ”being fat” wel). Wij blijven nog even bij haar thuis hangen tot alle was droog is en we hebben ontbeten. Tegen het eind van de ochtend vertrekken we richting Tarifa, de zuidelijkste punt van het Europese vasteland (Gibraltar en zijn brutale apen laten we voor wat ze zijn).

De dag begint goed met veel zon en weinig wolken. We fietsen, heuvel op en heuvel af, weer een beetje het binnenland in. Er zijn vooral akkers en elektriciteitsmasten te vinden, maar de wegen zijn heerlijk. Af en toe komen we een makke zwerfhond tegen, zelfs ééntje met puppies (waarvan we er een wilden pikken maar moeders liet het niet toe).

Het platteland gaat over in de voorsteden of buitenwijken van Algeciras en dat is niet veel soeps: de wegen zijn slecht en de automobilisten ongeduldig. Inmiddels zijn er ook meer wolken dan zon en terwijl we dit schrijven begint het te regenen. Dat is niet voorspeld! Alle mogelijke weer-apps geven bovendien ook nu nog steeds aan dat de zon schijnt (leugens!).

Als kers op de taart gaat Laura’s band wéér lek. Potverdorie! We vervangen ‘m sneller dan ooit en zoeken een beschutte plek om onze honger te voeden. Die plek vinden we in een bushokje met uitzicht op een oud aquaduct.

Tijdens de lunch besluiten we alsnog door te fietsen naar Tarifa. Helaas is de weg erheen drukker dan verwacht en maakt de regen het een gevaarlijke rit. We zien bijna geen hand voor ogen door de regen, het is donker, de auto’s scheuren ons voorbij en we zijn door- en doorweekt. Het is gewoon geen doen om verder te fietsen, dus we gooien ons plan om zodra we langs de weg een hotel zien. We rennen naar binnen en vragen om een kamer. Die hebben ze voor ons! Gelukkig ook voor een schappelijke prijs, we krijgen zelfs een upgrade (waarschijnlijk omdat we er zo plompverloren uitzien).

Wat is het heerlijk om warm en droog binnen te zitten, terwijl het buiten pijpenstelen regent. We gaan in bad, drinken thee en lezen een boek. De ultieme bezigheden op een ultieme herfstdag.

Dag 173: El Cuartón – Tarifa

44 kilometer, 474 hoogtemeters

Als we wakker worden zien we opeens de prachtige omgeving van het hotel! We staan er versteld van want we komen erachter dat we zelfs uitzicht op zee hebben. We ontbijten koude pap en drinken warme koffie in de ochtendzon.

Het is maar goed dat we gister eerder gestopt zijn want vandaag is het wél echt zonnig en daardoor kunnen we een hele mooie binnendoorroute fietsen. Vanaf het hotel fietsen we nog een stuk over de drukke weg, we zien de contouren van Afrikaanse bergen en slaan dan af, de bergen in.

We fietsen over een gravelweg, die nog lekker modderig en vol grote plassen door de regen van gisteren. Onderweg passeren we loslopende geiten, schapen, varkens en koeien met kalveren (en voor die koeien is het oppassen geblazen). Ook hier is het weer zo mooi en heerlijk stil. We stoppen onderweg voor een appel en een kop thee en genieten extra lang van het uitzicht en de kalmte.

We fietsen de bergen uit en rijden naar de kust. De lucht is inmiddels nog verder opgeklaard en in Tarifa zien we voor het eerst Afrika in het echt! Zo cool!!! We zijn er erg gefascineerd door en vinden een bankje, voor onze lunch, met uitzicht op dat andere continent. We hebben spijt dat we ons paspoort niet bij ons hebben, anders waren we ook nog naar Marokko gegaan (doen we een volgende keer).

We hebben nog geen genoeg van het uitzicht, maar het einde van de dag nadert, dus we komen weer in beweging. Langs de kust hebben we keuze uit zat campings, dus we kiezen degene waar we (je raadt het nooit) uitzicht hebben op Afrika!!!

Dag 174: Tarifa – Los Caños de Meca

63 kilometer, 509 hoogtemeters

Als we wakker worden is de buiten- én binnentent helemaal doorweekt van de dauw. We leggen alles te drogen in de zon, maar die is ‘s ochtends nog niet zo warm dus we houden het maar op een langzame start. Ondertussen worden we gebeld door Karen van Casas Karen. We hebben haar plek gevonden via de Groene Vakantiegids en nadat we contact met haar gezocht hebben, heeft ze ons een leuke aanbieding gedaan. De komende dagen gaan we dus lekker uitrusten in één van haar ecohuisjes in Los Caños de Meca. Karen is super vriendelijk en belt met heldere instructie om er te komen.

Als ons huis droog is vertrekken we. Na een paar kilometer stoppen we om Punta Paloma, een gigantische duin, te bewonderen.

We denken dat we verder langs de kust kunnen en dat lukt ook, tot op zekere hoogte. Eerst worden we door militair terrein gestuurd, waar Laura voor het eerst deze reis met fiets en al vanuit staande positie omvalt (zelfs zonder klikschoenen aan!). Met wat schaafwonden en blauwe plekken meer rijden we door en dan verandert de weg in hobbelig wandelpad. Geen beginnen aan, dus we rijden terug. Dan tóch maar over die drukke weg. We rijden door een glooiend landschap van geoogste graanvelden en heel veel windmolens. Na een tijdje slaan we af en rijden via een rustigere weg naar de kust. We passeren een echt heel grote slang die net z’n laatste adem uitblaast omdat ‘ie door een auto doormidden is gereden. Aan de kust vinden we vooral vissersplaatsjes, dit is de regio van het rode goud: tonijn.

Na Barbate worden we door een pijnbomenbos gestuurd en dat is niet alleen mooi, maar ook ruikt het zo lekker! Na een steile afdaling komen we uit in Los Caños de Meca en niet veel later bij de prachtige tuin van Casas Karen. We wachten in het groen tot we in onze studio kunnen. De eigenaresse Karen begon al jong met reizen en is uiteindelijk hier gestrand. Ze kreeg de mogelijkheid hier te blijven en om dat te kunnen financieren verhuurde ze een deel van haar huis. Ondertussen investeerde ze in de natuur: ze heeft heel veel land in de nabije omgeving opgekocht om de natuur te behouden en bebouwing te voorkomen.

Wij slapen in een appartement in de oude, typisch Andalusische boerderij: met eigen keuken, badkamer, woonkamertje en een patio. Met uitzicht op de beboste berg waar we net vandaan zijn gekomen. Op de rest van het terrein staan hele knusse chozas de paja, typische achttiende eeuwse hutten uit deze regio.

Als we ons hebben geïnstalleerd maken we kennis met onze Zwitserse buren. De rest van de avond doen we he-le-maal niks.

Dag 175: Rustdag in Los Caños de Meca

We worden wakker en springen meteen uit bed. Na een klein ontbijt in de zon, lopen we naar de biologische markt verderop in de straat. Alles ziet er zo goed uit en het blijkt super goedkoop te zijn, dus we kopen in voor een heel weeshuis en drinken dan tevreden een kop koffie bij de bar ernaast. Het is echt zo gezellig hier én het eerste dorpje in Spanje waar meer jonge dan oude mensen zijn. Dat het hier een surfwalhalla is kan daarmee te maken hebben.

In de bar komen we onze Zwitserse overburen tegen, die ons meteen uitnodigen om vanavond samen te koken (komt het toch nog goed uit dat we voor een weeshuis hebben ingekocht).

We maken een wandeling over het strand, vinden weer een hoop mooie schelpen en rusten lekker uit. Laura maakt een frisse tomaten-avocadosalade voor vanavond.

‘s Avonds nemen we dik aangekleed plaats op het terras van Dagmar en Andreas. We genieten van interessante gesprekken, van vers brood met nog versere guacamole, van ratatouille met seitan, van Laura’s salade en van warme thee en chocolade.

Dat was week #25!

We wilden al een tijdje meer het binnenland van Spanje verkennen, maar om eerlijk te zijn vreesden we de kou een beetje. We dachten: dat doen we nog wel een keer, in de lente of nazomer bijvoorbeeld. Na Malaga was het echter wijs om een stuk kuststrook over te slaan en dat was echt de beste beslissing. Het Spaanse binnenland is geweldig, misschien wel júist in de herfst. Al die kleuren, al die geuren. Fantastisch. Daar lijden we graag een beetje kou voor.

PS: Bedankt voor de warmhoudende traktaties! 🙂

0 thoughts on “Week #25: El Chorro – Los Caños de Meca (320KM)”

  1. Hoi Irene en Laura wat houden jullie een super leuk blog bij met hele mooie foto’s en tekst wat jullie allemaal beleven lees het echt met heel groot enthousiasme?..
    Ik ben ondertussen weer in Zeeland ik wens jullie nog heel veel plezier met jullie verdere reis en als jullie weer in Nederland zijn komen jullie maar op de fiets richting Zeeland jullie kunnen op de boerderij logeren laat ik jullie Zeeland zien hoe ontzettend mooi het hier ook is..
    Heel veel plezier en geniet ervan van de zon hier is het weer hele dagen zo slecht dat ik ook wel terug zou willen naar Spanje..
    Groetjes Boer Jan uit Zeeland

    Verstuurd vanaf mijn iPhone

    Reply
  2. hoi, wij, die oudjes die jullie ontmoette op de camping in Sommiéres, volgen jullie vanaf die tijd en jullie maken ons blij met de fantastische verhalen en foto’s. wow,wow,wow, wat geven jullie mee mooie invulling in je jonge leven, heel veel lieve en warme groeten en succes in het komende jaar 2020.

    Reply

Leave a Comment

four × 4 =