Waterlinieroute: een reis door de tijd

Wanneer water je grootste vijand is, laat het dan voor je werken – dat was het idee achter de waterlinies. Met behulp van forten en inundatievelden hebben we eeuwenlang ons land en onze grote steden beschermd tegen landjepikkers. De LF Waterlinieroute brengt ons terug naar die tijd, maar laat ons tegelijk zien waar forten tegenwoordig goed voor zijn: van campings tot bierbrouwerijen en van musea tot restaurants. In acht dagen en 410 kilometer rijden we van Bergen op Zoom naar Edam – langs de Zuiderwaterlinie, de Oude en de Nieuwe Hollandse Waterlinie, de Stelling van Utrecht en die van Amsterdam.

Bergen op Zoom – Willemstad (57KM)

De Waterlinieroute kun je twee kanten op fietsen: van noord naar zuid, of andersom. Wij fietsen ‘m andersom en vinden ons startpunt in Bergen op Zoom, vlakbij het station. Even verderop, bij de Gevangenenpoort, worden we opgewacht door de organisatie achter de Zuiderwaterlinie, een wethouder en lokale pers. Anne-Wil Maris van de Zuiderwaterlinie leert ons de term ‘boerenverdriet’ – vroeger werd namelijk het land onder water gezet (geïnundeerd, zoals dat heet) om de vijand tegen te houden. Dat land was vaak van boeren. Het zilte water waarmee de velden overstroomden zorgde niet alleen voor een mislukte oogst, maar ook duurde het jaren voor het land weer was hersteld. Dat was boerenverdriet. De wethouder, op zijn beurt, vraagt ons om niet alleen oog te hebben voor de omgeving en de forten, maar ook voor de straatnamen, want ook die vertellen een hoop over het verleden.

Met onze blikken op scherp rijden we de oude binnenstad uit. Over de Lignedijk en ‘t Laag (daar heb je ze, die straatnamen!) rijden we richting het eerste fort: Fort de Roovere. Eentje waaraan we niet zomaar voorbij gaan. Van verre prijkt ie namelijk al boven al het groen uit, de 25 meter hoge uitkijktoren van Pompejus. We kijken uit over de wijde omtrek, op de groene bastions én op de Mozesbrug, een loopgraafbrug die het water rondom de wallen splijt.

Even later rijden we door het landschap dat we net nog van bovenaf bewonderden. We fietsen steeds een paar meter hoger dan de vroegere inundatievelden tot we de vesting van  Steenbergen binnen rijden. Kort daarna ontwaren we de contouren van Fort Henricus. Een fort dat een paar jaar geleden volledig is gereconstrueerd. Zodra we op de binnenplaats van het fort staan, barst de plaatselijke dweilband Effe d’r Neffe los. Van de laatste hits tot aan hun eigen carnavalsknaller. Daarna is het tijd voor de verhalen van de Steenbergse stadsherauten – vol trots vertellen ze de geschiedenis van het fort en hun stad, ooit Steenbergen aan Zee geheten. 

De laatste kilometers leiden ons langs de prachtige flora en fauna van de Dintelse Gorzen. Over de Fortweg duwt de wind ons, het zal je niet verrassen, naar een fort. Niet zomaar een fort, maar fort Sabina, het grootste fort van de Zuiderwaterlinie. Terwijl we over het enorme terrein lopen, schudt Danny Dingemans, wethouder van Moerdijk en ooit Laura’s geschiedenisleraar, het ene na het andere feitje over het fort en de omgeving uit z’n mouw. Zo ligt fort Sabina aan het Haringvliet en aan de overkant daarvan ligt nog een fort, fort Prins Frederik. Deze twee forten hadden een belangrijke taak: de vijandige vloten tegenhouden. Dat gebeurde niet alleen met zwaar geschut, maar ook met een enorme ketting die tussen de twee forten gespannen werd, waardoor de schepen niet verder konden.

Na een kop koffie op het terras dat nu huist in het fort, fietsen we naar Willemstad, een van de best bewaarde vestingen van Nederland. We hebben al zoveel van de Waterlinie gezien en dit was nog maar de eerste etappe! 

Willemstad – Geertruidenberg (63KM)

Willemstad is altijd mooi, maar al helemaal als de zon schijnt en dat doet ie vandaag nog steeds. We fietsen eerst een rondje door de vesting voordat we beginnen aan de tweede etappe. Bekend terrein, want Laura is hier geboren en getogen. Over de dijk, langs het tot camping omgetoverde fort Bovensluis, fietsen we naar Klundert.

Daar doet weinig ons meer denken aan een vesting totdat we de stad uitrijden en metershoge wallen verschijnen. We slaan even af van de route om De Stenen Poppen te zien, een indrukwekkende versteviging van de Klundertse wallen. Daarna volgt de ene in groen gehulde linie op de ander. Zo fietsen we verder door eindeloos polderlandschap tot we in de verte de molen van Terheijden zien draaien. Daarnaast ligt fort De Kleine Schans. Dat een fort vroeger goed verstopt moest zitten, is logisch, maar nu is het wel even zoeken: we herkennen het pas op het laatste moment aan de grachten rondom. Omdat het zulk lekker weer is en we tijd te over hebben, slaan we nog even af naar Breda voor koffie en lunch bij fietscafé Kamu.

Met gevulde buiken en bidons fietsen we terug naar de route. We steken het Markkanaal over en aan de Linie van Munnikenhof onthalen de wethouders van Drimmelen en Geertruidenberg ons met échte Brabantse Antoniuskoeken. Samen fietsen we naar het Geertruidenberg, waar de koeltoren zich niet aan het oog kan onttrekken, maar die we spontaan vergeten zodra we het karakteristieke en enorme marktplein op fietsen. Het lijkt wel een Frans dorp! We nemen plaats bij bed & breakfast Inn de Vijf Sinnen, waar we samen met de wethouder een biertje drinken – we hadden wat te vieren, want hij zat sinds tien jaar weer eens op de fiets!

Geertruidenberg – Asperen (52KM)

Zodra de ergste buien over zijn, trappen we Geertruidenberg uit langs Fort Lunet. Vandaag laten we de Zuiderwaterlinie achter ons en beginnen aan de Hollandse Waterlinie. We fietsen aan de rand van de Biesbosch, over De Veilige Dijk, richting de vestingen van Woudrichem en Gorinchem. Onderweg passeren we niet alleen heel veel bunkers, maar ook het inundatiewerk Papsluis, Fort Buitenkil en Natuurfort Altena.

In Woudrichem missen we op een haar na de veerpont naar de overkant. Gelukkig is deze vesting onze wachttijd meer dan waard: sfeervolle huizen, indrukwekkende wallen en gezellige horeca in de batterijen. Voor wie nog even aan deze kant van de Boven-Merwede wil blijven: het prachtige Slot Loevestein ligt pal naast Woudrichem. Al is het aan de overkant, in Gorinchem, minstens zo goed vertoeven – jammer dat het precies begint te regenen. We crossen door de polder, langs Fort Vuren. Met de Linge aan onze zijde slingeren we over smalle, gravelpaden naar Asperen. Onderweg bezoeken we Leerdam, de stad van het glas én natuurlijk van de kaas, en vinden bij een kleine bakkerij Heukelemse krakelingen (tip!). Net buiten Asperen ligt Fort bij Asperen, een mooi torenfort met een indrukwekkende, moderne lichtkoepel bovenop, waarin nu een restaurant gevestigd is.

Asperen – Bunnik (58KM)

Terwijl we van de ochtendzon genieten in de tuin van onze slaapplaats, bed & breakfast De Ruif, brengt de vriendelijke eigenaresse ons een uitgebreid ontbijt. Natuurlijk vol met fruit uit de Betuwe én verse Asperse krakelingen. 

Net na Asperen, verscholen tussen de fruitbomen, ligt wel een heel modern fort: Fort aan de Nieuwe Steeg heette het ooit, nu heet het GeoFort en je komt er alles te weten over de aarde (helaas stonden wij voor een gesloten deur, hopelijk heb jij meer geluk). Daarna balanceren we een tijdlang op de grens tussen Utrecht en Gelderland. Ondertussen lijken we dwars door een openluchtmuseum van de Nieuwe Hollandse Waterlinie te fietsen. We vinden een doorgezaagde bunker, mooi uitgelichte resten van de linie en passeren Fort Everdingen (tegenwoordig een hele leuke camping en bierbrouwerij) en het markante Werk aan het Spoel.

Waar we ook kijken zien we strategische verhogingen en forten. Niet gek dus dat we hier het Waterliniemuseum treffen, gevestigd in Fort Vechten, een van de grootste en mooiste forten en daarmee hét icoon van de Waterlinieroute.

Bunnik – Weesp (88KM)

Utrecht werd vroeger wel heel goed beschermd: zeker 16 forten moesten indringers tegenhouden. De meeste zijn inmiddels een stuk feestelijker dan ze ooit geweest zijn: camping, horeca of trouwlocatie. Zo lijkt het terras van Fort aan de Klop net een festivalterrein. Een goede plek voor koffie met taart. 

Na Utrecht worden de forten verruild voor gigantische landgoederen en indrukwekkende kastelen. Onderweg spelen we Spot Het Fort, want alleen in de verte zien we zo nu en dan nog een fort liggen. We worden er steeds beter in: forten liggen meestal verhuld in een plukje bos, hoger in de landschap, en omringd door bunkers. Zodra je het door hebt, herken je ze meteen!

In Naarden, een van die andere goed bewaarde vestingsteden, hobbelen we over de kinderkopjes richting Muiderberg en Muiden. Aan de horizon zien we het Muiderslot al liggen. In Muiden vinden we het begin van de Stelling van Amsterdam, die maar liefst 47 forten telt – baas boven baas.

Weesp – Hoofddorp (65KM)

Na een overnachting op een floating lodge van Waterfront pal naast Fort Uitermeer, trekken we verder langs de Stelling van Amsterdam. We fietsen bijna de hele etappe langs het water over de Liniedijk. Niet gek, want al die rivieren dienden als een natuurlijke verdedigingslinie. Aan de andere kant, onderaan de dijk, strekken inundatievelden zich uit zover het oog reikt.

Na veel gesloten forten hebben we bij Fort Kudelstaart beet: de poorten staan wijd open en een bevlogen vrijwilligster leidt ons rond door het enorme bouwwerk. Ze hebben wilde plannen met het fort: een restaurant, zeilerscafé en waar de soldaten ooit sliepen, moet straks een hostel komen. Helaas voor ons is het nog niet zover, dus we fietsen nog even door.

Vlak voor de bijna twintig kilometer lange Geniedijk worden we afgeleid door laag overtrekkende vliegtuigen. Eenmaal in Hoofddorp verlangen we naar meer zon en die vinden we aan de kust, waar we met een omweg van bijna 20 kilometer komen. We rijden naar een van onze favoriete campings, natuurkampeerterrein Ruigenhoek in Noordwijkerhout. Daar zetten we ons eigen mooie fort op, drinken een biertje en verschuiven onze kampeerstoelen net zo lang tot de zon écht achter de bomen verdwenen is.

Hoofddorp – Heemskerk (54KM)

We fietsen dwars door Hoofddorp richting het noorden. Midden door de stad loopt namelijk het Liniepad, dat nog kilometers lang doorloopt. Bijna aan het einde van dit pad vinden we het Kunstfort bij Vijfhuizen, toch wel een van de mooiste forten van De Amsterdamse Stelling. Nadat we rondom het fort de futuristische kunstwerken hebben bekeken, drinken we op het terras een kop koffie. En dan door naar Haarlem, waar de verdedigingslinie wel heel strak staat opgesteld: we zijn net het ene fort uit of we rijden het andere alweer in. 

Langs het water van de Liede rijden we richting het IJ. Ondertussen houden we continu zicht op de wallen van de linie. Tot we op het IJ stuiten. Daar zet de veerpont ons af aan de voet van de Zaanstreek. Dan fietsen we een tijd lang achter de liniewallen – aarden dijken die niet alleen dienden om de vijanden te beschieten, maar ook om bij hoogwater de zee tegen te houden. We stoppen bij fort Zuiderwijkermeer, waar nu een kaasmakerij gevestigd is. Jammer genoeg zijn ze nog niet open voor bezoek, maar de kazen kunnen al wel geproefd en gekocht bij de delicatessenwinkel Bourgondisch Lifestyle in Beverwijk. We rijden door over de vuurlinie en na Fort Veldhuis slaan we af naar de kust om te kamperen bij natuurkampeerterrein Klein Hemelrijk – en dat is het daar. Geweldig gastvrije eigenaren heten ons welkom en het terrein ligt in het Noord-Hollands Duinreservaat, een van de mooiste natuurgebieden van Nederland.

Heemskerk – Edam (50KM) + terug naar Rotterdam (65KM)

Nadat we onze tent hebben afgebroken en onze fietsen voor een laatste keer hebben bepakt, zwaaien we de lieve mensen van natuurkampeerterrein Klein Hemelrijk gedag. Op naar het eindstation van de Waterlinieroute: Edam.

We fietsen door Laag Holland, over ophaalbruggen en langs meertjes. Met een voetveerpont brengen we onszelf over het water. Ondertussen zeggen we de laatste forten vaarwel: van Fort K’ijk, nu een belevingscentrum, tot aan Fort aan de Nekkerweg, tegenwoordig een luxueus wellness resort. We eindigen bij Fort Edam, waar we worden opgewacht door Laag Holland, boswachter Inga en rondleider Ger. Inga vertelt ons alles over de flora en fauna op en om het fort, over het ijsvogeltje dat ze nu missen door de strenge vorst en dat vroeger forten helemaal niet zo beschut tussen de bomen lagen. Dat was namelijk onhandig, want ze moesten wel goed zich op de vijand houden. De bomen die er tegenwoordig staan, zijn meegebracht door vogels en de zaadjes die ze rondom hebben uitgepoept. Zo creëren de vogels hier hun eigen leefgebied. Ger neemt ons mee in zijn liefde voor het militaire interieur van het fort – vooral wanneer we in de keuken zijn én in de ruimte voor telecommunicatie is zijn enthousiasme niet te stuiten. We krijgen spontaan zin om morsecode te leren.

Tot slot

Dat was ‘m dan: de Waterlinieroute. De afgelopen dagen hebben we zeker 60 forten, batterijen en andere linies gezien. Over gladde asfaltpaden, autoluwe wegen en hier en daar een gravelpad zijn we van Bergen op Zoom naar Edam geslingerd. Ruim 410 kilometer verder, 8 dagen later en heel wat kennis rijker fietsen we weer naar huis.

Leave a Comment

fourteen + twelve =