Week #13: Podpec – Novalja (397 KM)

1 – 7 september, 397 kilometer, 5948 hoogtemeters

Als we tegen mensen zeggen dat we uit Nederland komen (inderdaad, op de fiets) én al meer dan 5000 kilometer hebben gefietst, dan zien we regelmatig monden openvallen. Inmiddels vinden we het zelf ook best bizar: hebben we dit echt allemaal op eigen kracht gedaan? Ja. Zijn we echt naar Kroatië gefietst in drie maanden? Ja. Wanneer gaan we het geloven? Als we terug zijn waarschijnlijk. Of misschien dan ook niet. Maar dan gaan we gewoon weer.

Dag 85: Podpec – Bac

71 kilometer, 1161 hoogtemeters

We worden wakker in de wolken. Zodra de zon doorbreekt krijgt het uitzicht iets magisch over zich. Dat is lekker wakker worden.

Samen met Jure ontbijten we, yoghurt met muesli en een bak vol watermeloen. Met zijn lieve ouders zoeken we nog wat dingen uit voor de route naar Kroatië en dan gaan we er vandoor. Bij het afscheid worden we door de familie uitgenodigd om terug te komen en dan wat langer te blijven.

Van Jure nemen we nog geen afscheid want hij fietst met ons mee naar de top van de berg. De rit begint met tien kilometer klimmen naar 900 meter hoogte. Onderweg moedigt Jure ons aan, fokt ons een beetje op en probeert er een wedstrijdje van te maken. Soms duurt het hem te lang en duwt hij ons stukken naar boven. We stoppen even bij een meertje en vanaf daar is het vooral bergafwaarts.

Op de helft van de afdaling nemen we afscheid. Jure gaat terug naar huis en wij rijden door, op zoek naar een supermarkt die deze zondagochtend nog open is. Onderweg stoppen we bij een waterpomp en krijgen van een dorpsbewoner meteen een kop koffie aangeboden (zo attent).

Wat later vinden we een supermarkt in Cerknica, vlakbij nationaal park Rakov Skocjan. Met een gevulde koeltas rijden we naar het park om daar een mooie lunchplek te vinden. En die vinden we. Vlakbij een hotel waar we kunnen plassen en onze bidons kunnen bijvullen. Net als we willen gaan, begint het zachtjes te regen. Natuurlijk weerhoudt ons dat er niet van om verder te fietsen.

We zijn midden in het park als we de hardste knal uit ons leven horen, alsof er een enorm gebouw instort. In blinde paniek rijden we terug naar waar we vandaan komen. Als we doorhebben dat dat niet handig is (de lucht is daar echt pikzwart), draaien we ons weer om. Hoewel er overal hoge bomen zijn en nergens plekken om te schuilen, besluiten we toch gewoon onze weg te vervolgen. Zo hard als we kunnen rijden we het park uit. Het onweer klinkt nog steeds even hard, maar tussen het gedonder zitten steeds meer tellen (fjieuw).

Het lijkt een goede keuze te zijn, maar als we voor ons kijken is daar óók een pikzwarte lucht (oh oh). Voor de zekerheid slaan we af naar de stad Postojna, om in ieder geval uit onbewoond gebied te zijn. We volgen de doorgaande weg die ons langs verschillende dorpjes zal leiden. Het is er alleen echt megadruk doordat wegen zijn afgezet voor een grote lokale autorace. Een kleine chaos, maar we voelen ons gesteund door de politievrouwen die hun duimen omhoog steken.

Na een tijdje wordt het beter. Zelfs zo goed dat we op een gloednieuw fietspad belanden (het is heus!) en daarna komen we weer op rustigere wegen terecht. Als we de hoek omgaan, zijn ze daar opeens weer: de politievrouwen! We zwaaien en roepen elkaar gedag.

Nog een paar kilometer en dan zijn we in het dorp waar onze Warmshowers-hosts Malan, Matjaz en dochters wonen. Eerst staan we voor het goede huisnummer, maar in het verkeerde dorp (oepsie). Als we het juiste dorp én het juiste huisnummer hebben gevonden, blijkt de familie nog bij de autorace te zijn. Hun drie honden staan woest naar ons te blaffen, maar het spreekwoord ‘blaffende honden bijten niet’ bewijst zich weer eens: zonder gewond te raken stappen we de tuin binnen. Inmiddels is het zonnetje doorgebroken en daarvan genieten we tot ze thuiskomen.

Een uur later zijn ze er en worden we rondgeleid door hun prachtige, zelfgebouwde huis. Alles is van licht hout, het heeft grote ramen en is knus ingericht.

We drinken een biertje en Malan maakt Sloveense skutni struklji, deeg met cottage cheese (het lijkt een beetje op pannenkoeken).

Samen met Matjaz bekijken we de route voor morgen. We checken ook het weerbericht, want morgen zou het alleen maar gaan regenen en onweren. Niet helemaal waar volgens het Sloveense weerinstituut: in de ochtend blijft het nog vrij droog en aan de Kroatische kust blijft het weer goed tot het einde van de dag. De keuze is makkelijk gemaakt: we fietsen naar de kust en kijken hoever we komen.

Daarna is het bedtijd. We zeggen Malan al gedag en lopen dan naar ons hutje in de tuin. Het is aardedonker, dus we blijven nog een tijdje naar de sterren en de Melkweg kijken. Door de donkere tuin lopen we naar ons hutje. Als we de deur van het hutje opendoen, springt opeens de kat eruit. We schrikken ons rot. Een allergiepil voor Irene en dan vallen we heerlijk in slaap.

Dag 86: Bac – Lovran

58 kilometer, 456 hoogtemeters

We maken koffie en scrambled eggs (van verse eieren uit het kippenhok!) voor Matjaz en onszelf. Matjaz moet nog voor half 9 de deur uit en dat betekent dat we buiten worden gezet. Onder de veranda drinken we onze koffie op, kleden we ons warm aan (het is fris!) en pakken we onze spullen in.

We zeggen de honden gedag en springen dan op de fiets. Op naar het volgende nieuwe land: Kroatië! De eerste paar kilometers is het zwaar bewolkt maar hoe dichter we bij de grens komen, hoe warmer het wordt.

Na een flinke klim zien we op de top van de berg de grensovergang. Door een norse douanier worden we Kroatië binnengelaten.

We wisselen ons merinowollen shirt om voor een t-shirt en rijden dan bergafwaarts naar de kust. De wegen zijn nu nog rustig, maar dichterbij zee wordt het druk en chaotisch. We zigzaggen om auto’s, putten en onverwacht overstekende toeristen. Als het strand niet meer dan vijf meter van ons vandaan is, stoppen we om te lunchen. Het is een heerlijk gevoel om weer dichtbij de zee te zijn.

Tijdens de lunch zoeken we een goedkoop hotel voor vannacht. Achter ons hangen namelijk dikke onweerswolken (en we hebben geen zin om in een tentje te liggen als het de hele nacht keihard onweert). We vinden een hotelkamer (met airco en uitzicht op zee) die nog goedkoper is dan de campings in de buurt. Kan niet missen.

Na tien kilometer fietsen (en één kilometer wandelen omdat het te stijl is), komen we aan bij Guesthouse Ivo. We worden door Ivo himself hartelijk welkom geheten. In de kamer kleden we ons om en lopen naar beneden om een duik te nemen in zee. De waterpret is echter van korte duur want zodra we in de zee drijven begint het te onweren. We doen boodschappen en koken een heerlijke pasta voor onszelf (die we opeten met uitzicht op zee, wat een luxe).

Dag 87: Lovran – Cres

60 kilometer, 1030 hoogtemeters

Vandaag gaat het niet regenen, niet onweren, nee nee het gaat stormen (het is altijd feest op de fiets). We ontbijten op het balkon (en waaien er niet vanaf), zeggen daarna Ivo gedag en scheuren naar beneden. Dertig kilometer lang fietsen we op en neer langs de kust. Veel mensen hebben ons deze weg afgeraden vanwege de drukte, maar het blijkt een prachtige en vrij rustige route te zijn. Bij Brestova nemen we de boot naar het eiland Cres.

Op Cres mogen we meteen kilometers lang omhoog fietsen. We wachten tot alle motorvoertuigen van de boot zijn, waardoor we het komende anderhalf uur de weg voor onszelf hebben. De omgeving is geweldig, zo mooi. En hoe hoger we komen, hoe mooier het wordt. Niet normaal. Langs de weg vinden we een uitzichtpunt: de beste plek voor lunch. Net als we onze spullen uitstallen op de tafel, komt er een man naar ons toe. Ze zijn precies hier opnames aan het maken voor een nieuwe, nog geheime motor. Eerst denkt hij dat we stiekem opnames komen maken, maar als hij doorheeft dat we onschuldige fietsers zijn, krijgen we van z’n (erg knappe) assistente een kop koffie. Als de opnames klaar zijn mogen we weer aan de tafel plaatsnemen.

Na onze uitgebreide lunch fietsen we door naar de stad Cres. Daar vinden we camping Kovacine. Een gigantische camping, waar we een mooie rustige plek vinden. Als de tent staat fietsen we naar het stadje. Ook al zo mooi. We eten een ijsje en Laura’s geluk kan niet op als ze ook nog een duikbril vindt. Je raadt vast al wat we de rest van de middag hebben gedaan: gedoken in de helderblauwe zee aan de camping.

We sparen ons laatste beetje campinggas door lekker een pizza te eten bij de campingpizzeria. Terug bij de tent maken we nog een praatje met onze lieve Duitse overburen. Ze vriezen onze icepacks in in hun caravanvriezer en we mogen al onze apparaten bij ze opladen (danke schön).

Dag 88: Cres – Mali Losinj

63 kilometer, 905 hoogtemeters

We worden wakker voor de wekker en staan meteen op. In no-time hebben we alles ingepakt en zijn we klaar om te gaan. Eerst nog een kop koffie van ons resterende campinggas en bij de overburen langs voor onze icepacks en oplader.

Wederom fietsen we vandaag een route die veel mensen hebben afgeraden (ook onze Duitse overburen vragen of we het zeker weten). Vandaag fietsen we naar de stad Mali Losinj op het eiland Losinj. Losinj en Cres zijn met een brug verbonden en er is maar één weg erheen (dus ook voor al het verkeer). Een drukke gevaarlijke weg, als we de verhalen moeten geloven (maar die geloven we niet altijd meer).

Het begint al leuk: zes kilometer klimmen in de vroege warmte. Na stijgen komt gelukkig altijd dalen en dat gaat best lekker op de brede, niet al te drukke weg. Het enige is dat aan het eerste stuk, tot het historische stadje Osor, niet veel aan is. Het is heet, er is geen beschutting en het verkeer wat er is scheurt rakelings langs ons.

Na Osor wordt het een stuk mooier. Daar vinden we ook zijweggetjes die het fietsen veel prettiger maken. Aan het begin van de middag komen we in Mali Losinj aan. We hebben daar een hostel geboekt, die goed verstopt zit in één van de kleine steegjes die de stad rijk is. Meermaals moeten we onze fietsen trappen op (en weer af) tillen. Met extra spierballen komen we uiteindelijk aan in het hostel.

We gaan meteen naar zee. Althans, eerst nog een duikbril vinden voor Irene. We vinden een glamoureuze roze duikbril waarvan we 10 Kuna afdingen. Tevreden fietsen we naar zee en duiken wat in de rondte.

Terug in de stad doen we boodschappen voor het avondeten en genieten we van de ondergaande zon.

Dag 89: Rustdag in Mali Losinj

16 kilometer, 265 hoogtemeters

Zelfs op onze rustdag worden we om 7 uur wakker! We ontbijten, maken ons klaar voor het strand en doen boodschappen. Voordat we gaan zwemmen fietsen we een klein rondje over het eiland, tot we een mooie baai vinden. Het hele eiland is dichtbegroeid met olijfbomen en pijnbomen (om de aromatische geur hiervan staat het eiland bekend).

Als we een mooie baai vinden, blijven we daar de rest van de dag. We zonnen, lezen, snorkelen (er zijn echt superveel mooie vissen te zien) en vangen hermietkreeftjes.

Aan het eind van de dag fietsen we met een ommetje terug, we halen avondeten en gaan in een andere baai zitten waar we de zonsondergang goed kunnen zien. Wat een geweldig eiland, zo mooi, groen en paradijselijk.

Voordat we naar bed gaan probeert een andere hotelgast nog om Irene over te halen tot het katholicisme. Helaas zonder succes (al was de dag nog zo goddelijk).

Dag 90: Mali Losinj – San Marino

73 kilometer, 1178 hoogtemeters

Na een tropische dag als gister wordt er vandaag minder goed weer verwacht. Gelukkig pas vanaf het einde van de ochtend, daarom beginnen we nu vroeg. Om half 7 gaat de wekker, om half 8 fietsen we Mali Losinj uit.

Het is nog rustig op de weg waardoor we tot Osor lekker door kunnen fietsen. In de verte hangen dikke dreigende wolken, maar boven ons is de lucht blauw met wat lichte bewolking. Omdat er maar één doorgaande weg op deze eilanden, rijden we precies dezelfde route als op de heenweg. Een beetje saai, maar de ochtendkoelte en de uitzichten doen ons goed.

Na Osor begint het echte klimwerk en met de wind die inmiddels opsteekt is dat best pittig. Stug trappen we door en in no-time komen we bij Cres aan. Dan is het nog maar een kleine twintig kilometer naar Merag, waarvandaan de boot naar het eiland Krk gaat.

Het laatste stuk omhoog richting Merag is venijnig, helemaal na al 60 kilometer en bijna 1000 hoogtemeters in de benen te hebben. Maar ook omdat een hele stoet vrachtwagens, campers en auto’s vlak langs ons rijden. Uiteindelijk bereiken we de top en vanaf daar scheuren we naar beneden. We hopen dat we de boot nog halen, maar hebben er een hard hoofd in. Toch trappen we nog even flink door. Om half 12 gaat de boot en om 1 voor half 12 rijden we tegen een file van auto’s aan (niet letterlijk). We halen alle auto’s weer in die ons eerder ingehaald hebben en mogen dan als één van de eersten de boot op. Precies op dat moment begint het te regenen. Wat een geluk!

Eenmaal in Valbiska op Krk aangekomen blijkt de boot naar Rab helaas maar vier keer per dag te varen. De eerstvolgende gaat om 16 uur, dus we wachten vier uur lang bij het reuzegezellige Bistro Valbiska. De zon breekt door, we eten pizza, lezen een boek, schrijven de blog, eten taart, drinken koffie. De vier uren wachten zijn zo om en dan zal je net zien dat om 15:55 uur opeens het noodweer losbreekt. Het begint keihard te onweren vanaf twee kanten en het regent pijpenstelen. Zo hard dat binnen één minuut de straten blank staan. Het wordt meteen koud, dus we trekken onze dikke jas aan (dat is lang geleden!!). Als de boot aanmeert en de auto’s eraf zijn, springen we op de fiets en racen erheen. Door die 100 meter sprint zijn we meteen drijfnat. De kaartjescontroleur houdt zich alleen met de auto’s bezig en daar gaan we nu niet op wachten, dus we fietsen maar gewoon de boot op. Op de boot kunnen we gelukkig opwarmen in de kantine.

Na 1,5 uur zijn we weer warm en droog (min of meer) en zijn we op het eiland Rab aangekomen. Rab heeft de meeste zonuren van Europa en noemt zichzelf daardoor The happy island. De eigenaar van ons appartement bewijst dat wel: een vrolijke jonge Kroaat. We frissen ons op, maken een wandeling en dineren met uitzicht op zee (dat verveelt nooit).

Dag 91: San Marino – Novalja

57 kilometer, 953 hoogtemeters

We ontbijten op ons balkon met de warme ochtendzon in ons gezicht. Vandaag fietsen we heel Rab over, van noord naar zuid. In het zuiden nemen we de boot naar het vasteland. Voordat we daar zijn komen we een slang tegen, nemen we nog een kijkje in de stad Rab en stoppen we bij wat mooie baaitjes. Vanwege de dreigende lucht boven het vasteland twijfelen we zelfs nog even of we wel zullen overvaren. We doen het toch.

Eenmaal aan de overkant aangekomen worden we meteen omhoog gestuurd. Daar fietsen we over de Magistrale, zoals deze drukke kustroute wordt genoemd. Ook deze weg is ons meerdere keren afgeraden. Het is echter de enige weg, dus we hebben weinig keuze. De weg blijkt heerlijk te fietsen: weinig auto’s en weinig wind (misschien hebben we gewoon de goede tijd van het jaar uitgekozen). Rechts kijken we uit op de vele eilanden, links zien we de indrukwekkende bergen die het achterland verhullen.

Als we dichterbij Prizna komen, waar de boot naar het eiland Pag gaat, wordt het steeds drukker. Auto’s halen ons met een bizarre snelheid in en als we in de haven staan snappen we waarom: de boot vaart voor onze neus weg. Over anderhalf uur gaat de volgende, dat geeft ons uitgebreid de tijd om te lunchen.

Twee uur later komen we aan op Pag (of is het de maan?). Van veraf ziet het landschap er al bizar uit, maar van dichtbij is het simpelweg surrealistisch. Zoiets hebben we nog nooit gezien. Zoveel stenen, zo weinig groen. Het is raar en tegelijkertijd mooi.

Gefascineerd rijden we verder, benieuwd hoe het er achter de berg uitziet. In eerste instantie lijkt er weinig anders te zijn, maar als we vlakbij de stad Novalja zijn wordt het toch wel een stuk groener.

In Novalja, ‘s zomers een drukke feeststad, is het nu rustig. Al zijn alle terrassen, bars en restaurants duidelijk nog in ontkenning (harde muziek en discolampen staan gewoon nog aan). Aan de andere kant van de baai vinden we een mooi kiezelstrand voor onszelf. We pootjebaden wat en eten ons avondmaal op met uitzicht op de ondergaande zon.

Dat was week #13!

Wow! Deze week hebben we de meeste hoogtemeters aller tijden gemaakt. We zijn door de bergen weer naar de zee gereden, maar toch zijn we dicht bij de bergen gebleven (onze twee favorieten gecombineerd). Allemaal dankzij de prachtige eilanden van Kroatië. Wist je dat dat er meer dan 1200 zijn? Wij hebben er nu al vijf gehad, op naar de volgende 1195.

PS: We genieten intens van jullie koffies en biertjes. Hvala ❤️