Week #14: Novalja – Krka NP (385KM)

8 – 14 september, 385 kilometer, 3614 hoogtemeter

Waar we ook komen, we drinken overal koffie. Maar in elk land wordt de koffie op een andere manier gezet. In Engeland krijgen we voornamelijk filterkoffie voorgeschoteld, heel soms gebruiken ze wat hippere zetmethoden. In Frankrijk krijgen we koffie uit een cafetière. In Italië komt de koffie uit een percolator. En nu, in Kroatië, wordt, net als in Slovenië, de koffie gemaakt in een cezve (een speciaal koffiepannetje).

Dag 92: Novalja – Vrsi

73 kilometer, 813 hoogtemeters

Het is al vroeg ongenadig warm en dat uit zich in dikke onweerswolken aan de horizon. Gelukkig zijn ze nog ver weg.

Na het ontbijt rijden we verder het eiland Pag op (en we rijden nog even terug omdat we een onderbroek zijn vergeten – wat is dat toch met dat ondergoed?). Pag staat niet alleen bekend om z’n feesten, bijzondere natuur maar ook om de typische Pagse schapenkaas. En die willen we hebben (en gauw). We vinden een grote kaaswinkel en we leren dat de kaas zo bijzonder is door de zilte lucht, waardoor de schapen weer ziltige melk produceren. Een paar ons kaas zwaarder fietsen we voort. Ook nu weer over de enige doorgaande weg die dit eiland kent.

Na de stad Pag rijden we over een lange rechte weg die ons naar de brug met het vasteland leidt. Daar voelen we de wind pas echt goed, in ons gezicht (ja, tegenwind dus). Voordat we de tijd hebben om hierover te klagen, verschijnen er hulptroepen in de vorm van de Zwitserse Lukas. We hadden hem al in het hostel even gezien, maar zijn elkaar verder misgelopen. Ook voor hem komt het goed uit dat we elkaar precies nu weer treffen: om en om houden we elkaar uit de wind. We gaan daardoor als een speer en dat is niet erg, want het landschap is niet zo bijzonder en de lucht wordt steeds donkerder.

Eenmaal op het vasteland duiken de bordjes van de EuroVelo 8 (de Mediterraanse fietsroute) weer op. Zadar is niet ver meer, maar wij slaan eerder af. We zeggen Lukas gedag en rijden naar de zee. In het plaatsje Vrsi vinden we een slaapplaats in een vaag hotelletje.

We frissen ons op, doen een handwasje en haasten ons dan om nog te zwemmen (de lucht betrekt steeds verder). Duiken zit er niet in vanwege troebelwater, maar gelukkig is er een opblaaswaterpark (Wipe-Out in het klein). We springen, glijden, slingeren, vallen, lachen, zwemmen en gillen een hoop. Tijdens het fietsen gaat alles goed, maar na deze waterpret zitten we allebei onder de blauwe plekken.

‘s Avonds eten we heerlijke pasta met zeevruchten en gegrilde octopus in een klein restaurant aan het strand. Als we naar huis gaan blijven we een tijdje naar de lucht om ons heen kijken. Welke kant we ook op kijken, overal zijn flitsen te zien. En precies als we onze hotelkamer binnenstappen barst het ook bij ons los. Wat een timing.

Dag 93: Vrsi – Zadar

32 kilometer, 273 hoogtemeters

Het ontbijt van het hotel is in een grote lila geverfde ruimte. Het lijkt alsof we een druk café binnenstappen: achter de deur is een donkerhouten bar waaraan vier schreeuwende mannen zitten. We zijn verder de enigen in de ruimte en voelen ons een beetje ongemakkelijk. Maar opeens is er een medewerker die de mannen enigszins tot stilte maant en vrolijke ochtendmuziek aanzet (en ook nog eens het ontbijt serveert).

Als we na het ontbijt klaarstaan voor vertrek zijn de straten nog nat van de nachtelijke regenbuien. Ook nu is het bewolkt en het druppelt een beetje, maar warm is het nog steeds.

We vertrekken en stoppen bij het zoutmuseum vlak voor de oude stad Nin. Over een half uur begint de volgende tour over de zoutvelden en die willen we graag zien. De tour is superinteressant. De velden zijn enorm, we doorlopen alle stadia en we leren hoe het zout wordt geoogst. We proeven het pas geoogste zout en de zeekraal die er groeit. Wist je trouwens dat het woord “salaris” van het Latijnse woord voor zout “sal” afkomt? De Romeinen betaalden namelijk niet uit in goud, maar in zout (in waarde toentertijd gelijk aan elkaar).

Na de tour bekijken we de vesting van Nin – een pittoresk, oud stadje. Later komen we erachter dat we daar de grote teen van het standbeeld Grgur Ninski (waar we nota bene minutenlang voor hebben gestaan) hadden moeten aanraken voor eeuwige voorspoed (gelukkig hebben we het geluksklavertje nog).

We rijden door naar Zadar. Eerst geven de borden twintig kilometer aan, tien kilometer later is het opeens nog maar vijf kilometer. We vinden de Kroatische afstandindicaties maar verwarrend en besluiten van de route af te wijken. Eerst rijden we door oude dorpjes om vervolgens op gravelpaden vol enorme plassen water te belanden (wel met prachtig uitzicht op zee). Via de kust rijden we het havengebied van Zadar binnen.

Daar stoppen we voor de lunch. Als we met hernieuwde energie de stad inrijden stuiten we op een standbeeld van een Sphinx. Het is dan wel geen origineel, maar het blijft een cool beeld. In de stad zoeken we een fietsenwinkel. Na meer dan 5000 kilometer hebben we namelijk allebei een nieuwe ketting nodig. We kopen de ketting bij de ene zaak en, omdat onze tools niet toereikend genoeg zijn (én de medewerkers van de ene zaak arrogante eikels zijn), vervangen we de kettingen bij een andere zaak.

Daar helpt een hele lieve man ons. Hoewel zijn klanten komen en gaan, neemt hij uitgebreid de tijd voor ons. Hij leert ons van alles, we mogen oefenen met zijn tools en hij leeft daardoor zelf ook helemaal op. Terwijl we bezig zijn loopt er een koppel uit Californië de zaak binnen. Ze komen natuurlijk niet voor ons maar binnen no-time vragen ze ons het hemd van het lijf. Die krijgen een mooie On a bike-sticker mee. Van hen krijgen we de tip voor de beste ijswinkel in Zadar. Als de nieuwe kettingen erop, gepoetst en geolied zijn, lopen we tevreden naar de oude binnenstad. Het oude centrum doet Italiaans aan en het is er simpelweg prachtig. We vinden de ijssalon en halen een verkoelend ijsje. Als we een tijdje naar het zee-orgel, een orgel dat geluid maakt op basis van de beweging van de golven, hebben geluisterd, fietsen we naar onze slaapplaats bij couchsurfer Dejan en z’n grootmoeder. Zijn grootmoeder is precies zoals we in gedachten hadden: een klein, gekromd vrouwtje zonder tanden (“die is ze ooit kwijtgeraakt en ze heeft geen zin om ze te zoeken”). Ze praat non-stop Kroatisch tegen ons, ook al weet ze dat we haar niet verstaan. Verontschuldigend kijken we haar aan en glimlachen lief. Van Dejan krijgen we bij binnenkomst meteen een lekker maaltje voorgeschoteld. Daarna moet hij er helaas vandoor, maar dat geeft ons de ruimte om ons op te frissen, te installeren en alvast wat boodschappen te doen.

Dag 94: Zadar – Pasman

60 kilometer, 574 hoogtemeters

‘s Ochtends is Dejan er weer en dat geeft ons de tijd om samen met hem te ontbijten en nog wat te kletsen. Als we hem en zijn oma hebben uitgezwaaid gaan we richting de haven van Zadar. Het blijkt een hele opgave om van zijn huis, door het superchaotische stadsverkeer, naar de haven te fietsen. Heelhuids bereiken we de haven en niet veel later het eiland Ugljan.

Op het eiland fietsen we eerst door de kleine, steile straten van het stadje Pezko. In een tuin is een man bezig groene vijgen te drogen. We blijven gefascineerd kijken en mogen de vijgen proeven (heer-lijk!). Dan fietsen we door, een rondje over de rest van het eiland. We kijken onze ogen uit.

Het is hier zo stil, zo kalm, zo adembenemend mooi. Overal is de zee kraakhelder en helblauw, waar we ook kijken. En overal om ons heen is het groen: vijgenbomen, granaatappelbomen en olijfbomen zover het oog reikt. We rijden over goede wegen en voor de afwisseling wurmen we ons door kleine bospaadjes. Aan het eind van deze sluiproutes vinden we waanzinnige mooie baaitjes, ver uit het zicht.

Als we van Ugljan genoten hebben, rijden we verder naar Pasman, het volgende eiland. Ugljan en Pasman zijn met een brug verbonden wat de overtocht makkelijk maakt. Na de brug verandert het landschap zienderogen. De natuur is veel dorrer, het oogt armoediger, maar de rust blijft. Wel wordt het wat spannender want in de verte zijn opeens donkere rookpluimen te zien. Het blijft roken, maar hoe verder we komen, hoe duidelijker het is dat het (gelukkig) niet op het eiland is.

De rust keert dus weder en al helemaal als we Camp Arboretum, een mini-camping, vinden. We staan er met nog een ander stel. De camping heeft een fijne buitenkeuken en een gezellig terras (ideaal, want we hebben geen stoelen bij ons).

Als de tent staat doen we boodschappen bij de mini-supermarkt aan zee. We koken in de buitenkeuken, maken kennis met onze Zwitserse buren en als het donker is, lezen we nog lekker wat in de tent. Buiten is het doodstil, op een uil, de wind en een enkele auto na.

Dag 95: Rustdag in Pasman

We ontbijten op het terras in de warme ochtendzon. Vandaag gaan we niet fietsen, maar kanoën!

We lopen naar het dorpje om boodschappen te doen. Op het bankje voor de supermarkt treffen we de eigenaar van de camping. Handig, want we willen zijn kano lenen. Terwijl wij onze lunch en snacks halen, trekt hij nog een biertje open met z’n oudere dorpsgenoten (het is trouwens half 11 ‘s ochtends).

De zee is rustig, het weer is stabiel (lees: heet, 30+ graden, geen wind), geen reden om niet meteen te vertrekken. We varen naar het dichtstbijzijnde eiland en zetten er even voet aan wal. Verderop zien we een nog mooier strand, dus we stappen weer in en zetten koers naar het volgende eiland. Dat eiland blijkt het zogenaamde “Love Island” te zijn, omdat het hartvormig is (nee, niet vanwege het programma). Het is onbewoond, het is supermooi en je kan er goed duiken. En stenen en schelpen verzamelen. En een boek lezen. En niks doen. En er dus omheen kanoën. We doen het allemaal, maar dat laatste is wat uitdagender geworden. Inmiddels is er namelijk een windje opgestoken én de golven zijn wilder geworden. We moeten dus flink aanpoten om het hartje af te maken (het is wel te merken dat van fietsen vooral je benen getraind worden, allemachtig).

Na verloop van tijd varen we terug naar het vasteland. We halen een biertje en chips en varen dan weer naar het eerste eiland. Nog even genieten we van de warme zon en dan trotseren we een laatste keer de golven.

Aan wal doen we inkopen voor het avondeten en dan wandelen we terug naar de camping.

Dag 96: Pasman – Krka NP

72 kilometer, 568 hoogtemeters

Voor we vertrekken komen onze Zwitserse buren opeens op ons af. Ze geven ons een briefje met hun adres en contactgegevens. Ze nodigen ons uit om bij hen te logeren als we nog door Zwitserland fietsen. Zo attent! (We zouden er haast voor omrijden. Misschien doen we dat ook wel.)

Dan fietsen we naar de boot, terug naar het vasteland. Vanaf Biograd rijden we een lang stuk over een drukke weg. De meeste chauffeurs rijden ons als gekken voorbij, van een enkeling krijgen we een duim omhoog of aanmoedigend getoeter.

Het is een stuk fijner rijden als we afslaan naar het natuurpark rondom het Vrana-meer. Helaas is hier de fietspadpret van korte duur, al gauw worden we weer de drukke weg opgestuurd. Maar eerst plukken we nog een tas vol vijgen.

Die drukke weg brengt ons wel bij zee. Daar vinden we rustigere wegen door mooie landschappen. Als we de stad Vodice naderen komt daar verandering in: het barst van de toeristen en clubs. Het doet een beetje aan als de omgeving in Agde (zie de blog over week #6). In de haven vinden we een plek om te lunchen én we scoren een Kroatische lekkernij, een strudel met kaas.

Inmiddels is de warmte overgeslagen in een benauwende hitte en dat betekent dat er onweer op komst is. Verderop zien we de donkere wolken al hangen, de wind steekt op en we zweten uit alle mogelijke poriën. Als we Sibenik naderen, flitst het er in de verte al flink op los. We voelen wat druppels, maar blijven rijden tot we écht moeten schuilen. Dat blijkt niet nodig, want zodra we om een berg gereden zijn, is er niets meer aan de hand. We doen boodschappen en rijden dan door richting het Krka National Park (NP).

Als we Sibenik uit zijn, komen we in de bossen terecht. Eerst staan we versteld van de herfstkleuren in het bos (“Wow, echt niet normaal, wat een kleuren”). Een minuut later realiseren we ons dat het inderdaad niet normaal is, het zijn geen herfstkleuren maar de kleuren van een recentelijke bosbrand (hadden we het toch goed gezien vanaf Pasman). We schrikken er een beetje van, tegelijkertijd blijven we gefascineerd om ons heen kijken.

Na 100 meter over een snelweg (dat was echt de enige weg) en een lange rechte weg komen we uit bij Camp Marina. We worden hartelijk verwelkomd door de eigenaresse en we vinden een mooi plekje voor ons kampement onder de dennenbomen.

Dag 97: Rondje om Krka NP

71 kilometer, 814 hoogtemeters

We worden wakker gekraaid door een valse haan. Net als de kippen gaan ook wij dan maar vroeg uit de veren. We gaan namelijk fietsen, maar vandaag een keer zonder bagage (hashtag guilty pleasure). Een rondje om het nationale park.

De eerste kilometers zijn al geweldig met een prachtige afdaling naar het plaatsje Skradin. Vanaf daar is het alleen maar omhoog, omhoog, omhoog. De wegen zijn rustig en we rijden door dorpjes waarin het lijkt alsof we jaren terug in de tijd zijn. Als we bij een enorme wegafzetting komen snappen we opeens ook de rust op de wegen. We klauteren over de afzetting heen tot we weer op een begaanbare weg kunnen rijden.

In één van de dorpjes stoppen we om de kerk te fotograferen. We staan nog niet stil of er komt al een vrouwtje op ons af. Ze vertelt ons eerst dat de kerkklok al eeuwenoud is en verschillende bombardementen heeft overleeft. Van de hak op de tak gaat ze over naar het volgende onderwerp: een heel mooi uitzichtpunt waar weinig toeristen nog van weten. Ze wil ons de weg ernaar toe laten zien, maar omdat ze met de auto is fietsen wij alvast vooruit naar boven. Halverwege laat ze ons stoppen met een eenvoudige doch duidelijke mededeling: “You are too slow”. Van verbazing beginnen we te lachen, ze grijnst en geeft dan alsnog wat instructies.

We vinden de route maar we worden een beetje bang. Het is namelijk bloedheet, geen wolkje aan de lucht en waar we ook kijken zijn sporen van bosbranden (we kunnen de geur van vuur nog ruiken). Er is niemand, helemaal niemand en er zijn geen uitvalswegen. Halverwege, wanneer het asfalt verandert in losse grote stenen, keren we om en vervolgen de route om het park.

We genieten enorm van geweldige uitzichten op Krka, z’n vele blauwe meren en het weelderige groen. Maar als onze bidons leeg zijn slaan we toch echt even af naar een dorpje. Voor de buurtsuper zitten traditiegetrouw een aantal mannen bier te drinken. De grond is bezaait met bierdopjes en in de boom voor de winkel hangt zelfs een bieropener. Dit keer zijn de mannen brandweerlieden (nu maar hopen dat er geen brand uitbreekt).

Het laatste stuk van de route is simpelweg kut. De wegen zijn lang en recht, er is geen beschutting en automobilisten kennen hier geen genade en zoeven op een haar na langs ons heen. Het rondje was supermooi, maar we zijn blij dat we weer veilig op de camping zijn.

Dag 98: On a hike / Krka NP

13 kilometer, 268 hoogtemeters

Ook vanochtend worden we weer gewekt door de haan en ook vandaag gaan we er vroeg uit. We willen op tijd in het park zijn om de grote gekte voor te zijn. Vanaf de camping is het een half uur wandelen naar de ingang. Bij de ingang kan je een bus naar beneden, naar het park, nemen of je kan 875 meter zelf lopen. We zijn zelfs geschokt hoe weinig mensen zelf naar beneden lopen (lees: we zijn de enigen).

We zitten precies tussen de bus vol oude Amerikanen en de bus met Japanners, maar die crossen door het park met een iPad voor hun hoofd. Dat geeft ons de ruimte om rustig te wandelen. We worden over houten vlonders door en langs verschillende delen van het park gestuurd. We zien oude gemalen, heel veel vissen, kleine watervalletjes, moerassen en een eeuwenoude boom. Het is hier oogverblindend mooi. Van verre horen we de watervallen al, maar het duurt even voor we ze te zien krijgen. Als we ergens de hoek omgaan, zijn ze daar opeens!

Het is een drukte van belang in het water voor de waterval. We vinden een afgelegen rots vanaf waar we stille getuigen zijn van de making-off van de prachtigste Insta-foto’s. Wanneer we meer mensen dan water(val) zien houden we het voor gezien.

We lopen terug naar boven, lunchen en genieten nog één keer van het uitzicht op de watervallen. Dan lopen we terug naar huis, onze tent op de camping. De warme middagzon brandt en vraagt om een duik in het ijskoude zwembad.

Terwijl wij aan het opwarmen zijn na het koude water, duiken een Nederlandse moeder en twee witblonde dochtertjes het zwembad in. Als moeders even weg is, komen de kinderen, Jula en Ella, met ons een praatje maken (ze hadden al snel door dat we ook Nederlands spreken). Superleuke kinderen vol grappige kinderverhalen (en voor we het weten zijn ze onze jongste fans) . Ook met hun moeder, Femke, hebben we meteen een hele bijzondere, goede klik. Ze blijken met het gezin al zes maanden door Europa te reizen (zo cool). We wisselen wat verhalen en ervaringen uit.

Wanneer we opstaan om ons op te frissen voor het avondeten, geven we nog een sticker mee. Maar één sticker voor twee kinderen kan natuurlijk niet. Na het douchen komt Jula ons ophalen met haar fiets met de On a bike-sticker erop! We gaan met haar mee naar hun caravan om de tweede sticker aan haar kleine zusje Ella te geven (ze is er héél blij mee). Daar ontmoeten we ook hun vader Ivar, een enthousiaste man. We worden uitgenodigd voor een biertje na ons etentje bij het campingrestaurant.

Na een gegrilde vis, gegrilde octopus, salade en een bak friet schuiven we dan aan bij de reisfamilie voor een biertje. We praten de hele avond. Het voelt alsof we elkaar al jarenlang kennen, zo natuurlijk. Vol energie gaan we tegen middernacht terug naar onze tent.

Dat was week #14!

We zijn nu ruim een week in Kroatië en we leren steeds meer over het land. Zo leeft de bevolking nog heel vertrouwd met elkaar en doen ze dus nooit iets op slot (geen deuren, geen fietsen). Er is vaak wind, een sterke wind. Op de meest willekeurige plekken staat een stoel. Op elke hoek van de straat vindt je een enorme grill met een gespietst biggetje of lammetje. Al vroeg in de ochtend beginnen Kroatische mannen met bier drinken voor een supermarkt. Kroaten zelf vinden we soms nog wat moeilijk te pijlen, maar ze zijn altijd hartelijk als je met ze praat. En Kroatië is prachtig, zo afwisselend in landschap.

Trouwens, hier in Kroatië is perfect genieten van jullie koffies en biertjes! Bedankt voor de traktaties 🙂

0 thoughts on “Week #14: Novalja – Krka NP (385KM)”

  1. Ohwww meiden, wat is het toch heerlijk om steeds jullie verslagen te lezen! Als jullie woorden me al niet doen vermoeden dat het er prachtig is, zorgen de foto’s er wel voor. Dank voor dit inkijkje en nog veel plezier samen! X

    Reply

Leave a Comment

three + four =