Week #10: Montale Celli – Padova (467KM)

11 augustus – 17 augustus, 467 kilometer, 1612 hoogtemeters

Italië is leuk, Italianen zijn nog leuker. Als we voorbij fietsen, stoppen alle mannen waarmee ze bezig zijn (geen grap) en alle vrouwen zwaaien naar ons of zingen zelfs voor ons. We voelen ons geliefd en welkom. Iedereen zou door Italië moeten fietsen.

Dag 64: Rustdag in Montale Celli

De eerste rustdag samen op een camping. Samen met twee Duitse stellen ontbijten we aan de lange picknicktafels tussen de stallen. We maken koffie en halen verse yoghurt bij de boerderijwinkel (zó lekker).

Na het ontbijt beginnen we aan onze wandeling naar het geboortedorp van wielerlegende Fausto Coppi. De zon staat al hoog, maar het is heerlijk voor de benen (en gewoon voor het hele lijf) om te wandelen in plaats van te fietsen.

In het dorpje wordt Coppi groots geëerd. Overal hangen enorme spandoeken met foto’s van hem, het elektriciteitshuis is zelfs roze geverfd en van z’n huis is een museum gemaakt. Dat is niet alles, hij is namelijk zo’n landsheld in Italië dat hij zelfs een mausoleum(pje) heeft gekregen. Het hangt en staat vol met zijn shirts, fietsen en foto’s. Dat is fascinerend, maar wat we nog fascinerender vinden is het waterautomaat naast het mausoleum (zou het door de hitte komen?). Je kan daar namelijk koud water tappen (met én zonder bubbels) voor niks!!! Bedankt Coppi!

Nadat we het er flink van genomen hebben (ja we blijven Nederlanders), lopen we naar het Coppi-museum. We zijn even vergeten dat Italianen alles sluiten tussen de middag, dus we staan helaas voor een dichte deur. Gelukkig ziet de eigenaar van het restaurant ernaast onze teleurstelling. We vertellen dat we hierheen zijn gefietst en hij verklaart ons voor gek (al tikkend tegen zijn voorhoofd maakt hij dat duidelijk). Maar hij vindt ons blijkbaar ook te gek, want hij nodigt ons uit voor een drankje op kosten van de zaak. In de schaduw genieten we van authentiek Italiaanse frisdrank. Als we gedag zeggen krijgen we nog een flesje koud water mee van ‘m (en dat is maar goed ook, want we passeren het waterautomaat helaas niet meer).

Op de camping gaan we nog eens bij de biggetjes kijken. De varkens zijn klaar met baren en inmiddels zijn er maar liefst 17 biggetjes!

Als we ons even terugtrekken in de schaduw om te lezen en te schrijven, horen we opeens paarden naast ons (die waren daar eerst niet). Samen met het Franse stel van de camping snellen we naar de stallen. Twee paarden zijn ontsnapt! Het zijn twee mannetjes, waarvan de één vooral indruk wil maken op de merries in de stallen en de ander alleen geïnteresseerd is in eten (typisch!). Omdat het zondag én Italië is duurt het een paar uur voordat er iemand komt om de paarden terug naar het veld te brengen.

Daarna kunnen we koken zonder dat een enorm paardenhoofd ons bedelend aankijkt. Wederom hebben we boodschappen gedaan in de boerderijwinkel. Vanavond staat er pasta op het menu, dit keer met tomatensaus, rode uien en een frisse salade ernaast.

Dag 65: Montale Celli – Pavia

69 kilometer, 250 hoogtemeters

De dag begint grijs en grauw en nét als we de tent inpakken, begint het te regenen. Met tent en al rennen we naar één van de open schuren voor beschutting. We laten ‘m drogen terwijl we ontbijt maken. Daarna zijn we klaar om de Po-vlakte te verkennen.

Het begint makkelijk, want we gaan alleen maar naar beneden. Wanneer het alleen nog maar vlak is rijden we door kleine, verlaten dorpjes. De wegen zijn druk, auto’s en vrachtwagens scheuren langs ons heen. Waar het kan pakken we de binnendoor weggetjes. Dan rijden we door het boerenland, langs de akkers en de boerderijen. We krijgen steeds meer het gevoel in Nederland te fietsen. Behalve dat aan de horizon nog altijd bergen te zien zijn.

Dankzij de vlakke wegen kunnen we aardig doorfietsen. Voor we het weten hebben we zestig kilometer in de benen en zijn we in de stad Pavia aangekomen. We hadden verwacht meer leven te vinden in Pavia, maar ook hier is het uitgestorven. Niks is open en er is vrijwel niemand. Gelukkig hadden we al boodschappen gedaan. Nu alleen nog een bankje vinden. Dat is geen probleem, alleen worden we overal geterroriseerd door muggen! Uiteindelijk vinden we een plek op een groot plein tussen mooie gebouwen.

Tijdens de lunch bekijken we de opties om te overnachten. We willen niet kamperen, want het belooft de hele middag en avond te regenen en te onweren. We vinden een aantal agriturismo-hotels buiten de stad. Allebei verbouwen ze Arborio-rijst. De ene is vol, maar het hotel er tegenover heeft wél een kamer voor ons. We lijken de enige gasten te zijn en we vragen ons af hoe dat kan. De mensen zijn namelijk erg vriendelijk (doch wat chaotisch), de kamer die we krijgen is bizar groot (onze fietsen kunnen zelfs in de kamer staan én die enorme inloopdouche dan!!), netjes en modern, en we mogen zelfs in het privé-zwembad van de boerenfamilie.

Terwijl de lucht donkerder en donkerder wordt, het gedonder begint en het met vlagen regent, krijgen wij van de eigenaar heerlijke antipasti voorgeschoteld (en ze blijven maar komen met meer kleine gerechten), gevolgd door een enorm bord spaghetti. We eten zoveel dat we (vooral Irene) met moeite de twintig meter naar de kamer afleggen. Tonnetje rond vallen we in slaap.

Dag 66: Pavia – Cremona

93 kilometer, 287 hoogtemeters

Van het Italiaanse ontbijt hebben we geen hoge pet op, maar door het ontbijt van dit hotel worden we aangenaam verrast. Als we om 8 uur de eetzaal binnenkomen staat “onze” tafel he-le-maal vol met eten: fruit, brood, koekjes, roerei, croissants, huisgemaakte jam en koffie. En ook nu weer blijven ze komen met allerlei kleine hapjes voor erbij. Hier snappen ze wat een fietser nodig heeft.

Als we net vijf minuten op de fiets zitten, bedenken we ons dat we de koelelementen zijn vergeten (de eerste keer!). We rijden terug en dan weer verder. Eerst over een drukke weg, wederom met veel vrachtwagens. Daarna vinden we de bordjes van de pelgrimsroute naar Rome, Via Francigena. De route brengt ons langs prachtige kloosters en kerken en het stuurt ons (grotendeels) over mooie plattelandswegen.

In een klein plaatsje lunchen we tegenover één van die kerken, naast een Italiaans barretje. Zowat alle mannen van het dorp passeren ons en raden onze identiteit in één keer goed: “Olandese?”. Als de zesde man (zonder overdrijven) het goed raadt, krijgen we sterk het gevoel dat onze aanwezigheid als een lopend vuurtje door het dorp gaat en dat iedereen even aapjes komt kijken. Vlak voor vertrek worden we aangesproken door één van de mannen (later blijkt het de dorpsgek te zijn), maar we begrijpen zijn vlugge Italiaanse gebrabbel niet. Logischerwijs begint hij steeds harder tegen ons te schreeuwen, in de hoop dat we hem dan wél verstaan. Op een gegeven moment fietsen we maar gewoon, vriendelijk zwaaiend, weg.

We vervolgen onze weg en die leidt ons bovendijks langs het water. Net alsof we in de Hollandse polder fietsen. Zo fietsen we Cremona in, de stad van de viool en de torrone (noga). Tijd voor ijs. En het bezoeken van de kerk met een klok met alle sterrenbeelden erop (het is meteen Irene’s lievelingskerk, maar oké, de kerk is ook wel erg mooi).

Als we naar ons logeeradres fietsen, horen we opeens muziek uit een kerk komen. Een koor blijkt klassieke stukken aan het oefenen te zijn en vanwege de hitte hebben ze alle deuren opengedaan. Ze voeren een aantal prachtige stukken uit, die ons kippenvel bezorgen. Daarna rijden we naar een dorpje net buiten Cremona, naar het jonge gezin van Luca en Marcella. Het zijn de buren van een Warmshowers-host die niet thuis was, superfijn dat de buren dat wel zijn! Het barst er alleen van de muggen: als we twee seconden stilstaan zitten er meteen vijftig muggen op onze armen en benen. Echt vreselijk. Sneller dan ooit parkeren we onze fietsen, pakken we onze spullen en rennen het huis binnen. Luca en Marcella hebben pasta pesto voor ons gemaakt, maar eerst krijgen we watermeloen. Jammie.

Dag 67: Cremona – Parma

83 kilometer, 309 hoogtemeters

De volgende ochtend worden we wakker gemaakt door de geur van pannenkoeken en koffie. Een feestontbijt, zomaar!

Dan gaan we door naar Parma, dé stad van het Italiaanse eten (als je met Laura op reis gaat, proef je alle lokale specialiteiten, dus deze stad konden we niet missen). Voor de verandering (oh nee toch niet) rijden we weer eens door eindeloze weilanden en kleine dorpjes (één van die dorpjes is helemaal roze, zo cool), nu weer bovendijks dan weer benedendijks. We zien enorme tomatenvelden, waar Laura een helm vol tomaten plukt (Mutti en Rodolfi kunnen er vast een paar missen).

Soms belanden we op een drukke weg waar de auto’s en vrachtwagens ons voorbij razen. Met de handen om het stuur geklemd en onze zintuigen op scherp rijden we door tot we weer een rustigere weg vinden. Op deze manier staan we opeens tussen de Parmezaanse kaas en de Parmaham in Parma.

De warmte heeft ons afgepeigerd, dus de rest van de middag brengen we door op het terras. En daarna met een ijsje in ons hand.

‘s Avonds slapen we bij een Braziliaanse familie met een tweeling van 10 jaar. Ze wonen sinds anderhalf jaar in de stad, omdat moeders haar PhD hier afrondt. De kinderen zijn super enthousiast en spontaan en zijn duidelijk gefascineerd door ons. We krijgen een hele mooie tekening van ze en later leren wij ze wat Nederlandse woorden en tongbrekers. De mooiste vinden ze “hottentottententententoonstelling”, die ze dan ook de hele avond oefenen. Ondertussen heeft Beatris een geweldige tomatenrisotto voor ons allemaal gemaakt. Al pratend over de Braziliaanse cultuur en historie en over de bijzonderheden van het Italiaanse leven brengen we de avond door.

Dag 68: Parma – Poggio Rusco

92 kilometer, 275 hoogtemeters

Rara, waarmee worden we wakker gemaakt? Twee blije kinderstemmen in koor: ‘hottentottententententoonstelling’. Samen met het uitgebreide ontbijt (lees: roerei met champignon, warm stokbrood, verse koffie en sap) hadden we niet beter wakker kunnen worden.

Vandaag is het Ferragosto, een officiële feestdag (in het Nederlands heet het Lieve Vrouwe Hemelvaart). Zo mogelijk is het vandaag nog stiller op straat. Alles is dicht en dit keer is er echt niemand op straat. In een klein dorpje vinden we een supermarkt die nog open is. En dat is maar goed ook, want we hebben de ergste hongerklop allertijden. We kunnen haast niet meer, maar we rijden in the middle of nowhere dus stoppen zit er ook niet in. Als we een eindelijk door een dorp rijden, stoppen we en eten we alles op wat we bij ons hebben.

De hele weg worden we verrast door buitengewoon goede fietspaden. In het dorpje Poggio Rusco stoppen we, want daar worden we opgepikt door onze Warmshowers-host Virna. Samen fietsen we naar haar huis vlak buiten het dorp. Virna en haar vriend Andrea bikepacken zelf ook regelmatig en ze snappen beter dan wie dan ook wat je wil na een dag fietsen (of beter gezegd: we worden echt in de watten gelegd). We krijgen koud sap en watermeloen, we mogen niet helpen met koken en moeten verplicht languit op de bank zitten (en die orders volgen we maar al te graag en dankbaar op). Onze benen genieten intens van het nietsdoen.

Niet veel later genieten we net zo intens van de zelfgemaakte zuurdesempizza’s van Virna. Tegelijk met de pizza’s bakt ze alvast het brood en de kaneelcake voor het ontbijt morgen (daar kijken we dus nu al naar uit).

We hebben een geweldige avond met z’n vieren, we hebben elkaar veel te vertellen en het voelt alsof we al jarenlang vrienden zijn. Heel bijzonder. Als toetje proeven we hun zelfgemaakte likeur. De avond sluiten we af met het kijken van de prachtige foto’s van hun fietstocht over de Canarische eilanden. Voldaan vallen we in slaap.

Dag 69: Poggio Rusco – Lonigo

72 kilometer, 300 hoogtemeters

Het kon niet anders dan dat het ontbijt het diner zou evenaren met keukenprinses Virna. Het verse brood staat klaar, de kaneelcake is heerlijk en de koffie is perfect. Vandaag doet het weer pijn om afscheid te nemen. Virna zegt meermaals dat ze niet wil dat we gaan (maar we gaan toch). Nadat we het afscheid zo lang mogelijk hebben uitgesteld is het op een gegeven moment toch echt tijd voor die dikke knuffel. En dan gaan we weer op pad.

We rijden over perfecte fietspaden (het is echt ongelofelijk). In de verte zien we de heuvels en de bergen weer opdoemen en dat maakt ons blij! We hebben zin om de schoonheid van bergen weer te zien, maar nu eerst nog een stuk racen over de vlakte. Als lunch eten we de koude pizza van gisteren op, die nu nóg lekkerder is.

Dan rijden we door naar Lonigo, een mooi klein stadje. Eerst eten we ijs en dan rijden we naar de enige fietsenwinkel in de stad. Het blijkt een grote te zijn en dat komt goed uit want Irene heeft nieuwe fietsschoenen nodig. Ze vindt er hele mooie die perfect bij haar fiets passen (nog bedankt voor het cadeautje, pap, mam, Nico en Matthijs!!).

Tevreden gaan we op de winkel van Maura, onze Warmshower-host, aan. We halen daar de sleutel van haar huis op (heerlijk, zoveel vertrouwen) en installeren ons daar op ons gemak. Ze komt laat thuis, dus ondertussen eten wij een pizza in een restaurant. We staan versteld door meerdere dingen: de Aperol-Spritz is maar €2,80 (later horen we dat dat zelfs duur is hier) én ze serveren pizza met friet (non grazie).

Als we thuis komen kletsen we nog even met Maura. Ze regelt een verblijfplaats bij Giuseppe, een vriend van haar, voor de volgende dag voor ons. Dan beginnen we alledrie tegelijk te geeuwen: bedtijd.

Dag 70: Lonigo – Padova

58 kilometer, 191 hoogtemeters

Vanochtend staan we langzaam op. Maura vertrekt vroeg naar haar winkel, maar wij mogen nog blijven hangen. We zetten koffie, maken ons ontbijt en ruimen de slaapbank op. Tegen 11 uur geven we de sleutel af in Maura’s winkel en dan vertrekken we naar Padova.

Het is een korte rit, grotendeels over rechte fietspaden langs smalle kanalen. We fietsen weer eens langs wijngaarden en langs heuvels. Het is grappig hoe de weg verandert van plattelandswegen naar buitenwijken naar een drukke binnenstad (eindelijk, een stad waar leven is!).

Bij Giuseppe frissen we ons op, praten een tijd en dan gaan we met z’n drieën de stad in. Giuseppe vertelt ons een heleboel over de historie van de stad en dan halen we een stuk pizza en een biertje. Morgen gaan we er vroeg uit, want Giuseppe gaat de bergen in!

Dat was week 10!

Het voelt raar om door een Nederlands landschap te rijden maar uiteindelijk niet thuis aan te komen. Dat geeft ons allebei een beetje heimwee. Ondertussen zien en beleven we gelukkig veel moois en genieten we nog steeds van jullie traktaties!

0 thoughts on “Week #10: Montale Celli – Padova (467KM)”

Leave a Comment

eighteen − 10 =